Jacky Metz: “ We willen deel uitmaken van de maatschappij, zonder bijkomende voordelen of nadelen” © Siel Vandorpe

In de Kerkstraat in Oostende ligt het kloppend hart van de LGBTQ-gemeenschap in de stad. Het Regenbooghuis aan zee is een warm en uitnodigend aanspreekpunt voor wie meer wil weten over seksualiteit en genderidentiteit. Op een herfstige namiddag is het er gezellig druk. Regenbogen zijn overal te vinden rondom de mensen die kletsen aan tafeltjes en de toog, maar achter die sfeer schuilen soms wrange verhalen. 

Om de decibels van de muziek en de luide conversaties te kunnen ontlopen, neemt bestuurslid Jacky De Metz plaats achter in het stoffige kantoortje van het Regenbooghuis. Een maand geleden kreeg hij te maken met homofoob geweld door een groep jongeren. “Het was een situatie die escaleerde na dagen van provocaties. De jongeren kwamen voor het huis staan en begonnen met beledigingen. Ook onze strandvlag die buiten stond namen ze mee”, begint Jacky. Daarna ontstond een kat- en muisspel. “We belden de politie elke keer, maar tegen dat die hier was, had het groepje al lang de benen genomen.”

Solidariteit

Het ouderlijk gezag in Jacky kwam naar boven toen ze nog eens voor het Regenbooghuis verschenen. “Ik wilde bemiddelen, met hen in gesprek gaan. Ik kon een jongen vastgrijpen voor hij weer kon weglopen, maar voor ik het wist was de rest van de groep achter mij komen staan. Wat volgde waren slagen op mijn slaap en neus”, vertelt hij. Ondanks de ernst van de situatie, blijft Jacky strijdvaardig en optimistisch. “Wat mij vooral opvalt, is hoeveel solidariteit ik heb gezien in Vlaanderen. Mensen stuurden me kaartjes en kwamen hun steun betuigen hier in Oostende. Dat geeft je automatisch meer kracht.”

Engelsmannen op bezoek

De LGBTQ-gemeenschap heeft in Oostende al lang een plaats. In de jaren negentig bloeide de gay scene met nachtclubs in de Sint-Franciscusstraat, de Kaaistraat en Ooststraat. Jacky glimlacht bij de herinnering: “Engelse mannen kwamen in het weekend naar Oostende om hier zichzelf te kunnen zijn in alle vrijheid.” 

Het beeld van gelach en dansende mensen komt naar voren. Een tijdperk waarin de stad een toevluchtsoord was voor velen die zich wilden uiten zonder angst. Maar tijden veranderen; van de vele nachtclubs blijft slechts een over: Valentino in de Sint-Franciscusstraat. “Je kan het pessimistisch bekijken dat de scene van weleer is verdwenen, maar ik zie het net als iets goed. Vandaag de dag is het gemakkelijker om je te uiten als lid van de LGBTQ-gemeenschap. Je moet je niet meer gaan verschuilen in een club met geblindeerde ramen om jezelf te kunnen zijn. Dat is wat we met het Regenbooghuis ook willen betekenen voor de samenleving: deel uitmaken van de maatschappij, zonder bijkomende voordelen of nadelen”, vertelt Jacky

Ook schepen van Gelijke Kansen, Silke Beirens merkt de verandering op: “Nachtclubs in het algemeen verdwijnen. Mensen vinden het fijner om gezellig op café te gaan of bij elkaar thuis af te spreken. De leegte van de clubs wordt opgevuld met het Regenboogfestival en initiatieven zoals het Regenbooghuis. Daar zie je dat de regenbooggemeenschap nog steeds goed vertegenwoordigd is in Oostende.” 

Veiligheid op straat

Toch blijven er uitdagingen in de zeestad, want het homofoob geweld heeft zijn sporen nagelaten in het Regenbooghuis. “Door mijn situatie zijn veel mensen hier ook komen spreken over hun ervaringen met homofobie. Door de aandacht die het heeft gekregen in de media zie ik dat mensen het nu gemakkelijker vinden om zelf eens in gesprek te gaan over onveilige situaties waarin ze soms verkeren.” 

Veiligheid blijft een actueel onderwerp. Oostende probeert actief aan de slag te gaan met het thema. “We hebben het proefproject Safer Cities. Oostendenaren kunnen aanduiden op welke plaatsen ze zich onveilig voelen. Zo kunnen we gericht verlichting verbeteren en trainingen organiseren om het omstaanderseffect tegen te gaan”, aldus Beirens. 

Onbegrip vroeg aanpakken

Jacky merkt de vooruitgang op, maar benadrukt dat er ook nog werk aan de winkel is: “Ik mis nog wat jongerenwerking in Oostende, al krijgt dat stilletjes aan een voedingsbodem. Je wordt niet geboren als homofoob. Als we onbegrip vroeg aanpakken, kunnen we veel problemen vermijden.” Toch gaat dat niet altijd even gemakkelijk, want hij wijst naar een stilgevallen project waar Oostendse scholen het Regenbooghuis zouden bezoeken. “Ouders boycotten het bezoek, terwijl de praktische zaken al eventjes geregeld waren. Dat was een harde klap.”

Ondanks de tegenslagen blijft het Regenbooghuis de regenboogvlag met trots zwaaien. Ouders van LGBTQ+-jongeren, tieners die met hun identiteit worstelen en veertigers die niet goed weten waar te beginnen, komen er antwoorden zoeken op hun vragen en vinden er de nodige steun. “Veel vrije tijd heb ik niet, maar als iemand met een gerust hart naar buiten wandelt, weet ik weer waarom ik dit doe.” Vastberadenheid hangt in de lucht, als een belofte voor de toekomst.