Chelsea Football Club, volgens de UEFA club-coëfficient de derde meest succesvolle club op dit moment, beleeft een van de zwaarste seizoenen uit haar geschiedenis. Voormalig eigenaar Roman Abrahmovich moest op het einde van vorig seizoen om politieke redenen na 19 jaar afstand nemen van de club. Daarna legde de Britse overheid de club twee maanden lang sancties op. Onze reporter geeft tekst en uitleg bij de financiële rollercoaster die Chelsea afgelopen jaar meemaakte.
Maart 2022. Na de inval van Rusland op Oekraïne werd ook Roman Abrahmovich, Chelsea-eigenaar en Russisch oligarch, stevig onder de loep genomen. Alle bankrekeningen van de club werden bevroren tot er een nieuwe eigenaar gevonden werd. De maatregelen beperkten de wedstrijdinkomsten terwijl ook de coronacrisis al een enorme impact had op het budget van de club. Bovendien mocht het bestuur geen nieuwe contractonderhandelingen doen met spelers en/of personeel. De Britse overheid ging zelf op zoek naar een nieuwe koper voor de topclub uit Londen. De Amerikaan, en zelf ook Chelsea fan, Todd Boehly, kwam met het sterkste bod en het meest concrete plan om de club over te nemen. Abrahmovich kweet 1,7 miljard euro aan schulden van de ploeg kwijt uit liefde voor de club, waarna de club opnieuw normaal kon functioneren
Geld moet rollen
Na twee maanden van financiële sancties, kocht het consortium van Boehly & Clearlake Capital (met een geschat vermogen van zo’n 10 miljard pond) de club over voor een recordbedrag van bijna 5 miljard euro. Todd Boehly, de Amerikaanse eigenaar van MLS-club LA Dodgers, liet er geen gras over groeien en gaf in de zomertransferperiode meteen 288 miljoen euro uit aan nieuwe spelers. De grootste aankopen waren Wesley Fofana (€80m) van Leicester City, Marc Cucurella (€65m) van Brighton en Raheem Sterling (€56m) van Manchester City. Pierre Emeryck Aubameyang was de transfer die voor de grootste verrassing zorgde. Chelsea gaf op aanvraag van de toenmalige manager Tuchel, die eerder al met de Gabonees werkte bij Dortmund, €12 miljoen uit om de ex-Arsenal kapitein vanuit Barcelona terug naar londen te halen.
Jong talent aanwerven
In de wintertransfermercato ging Chelsea nog een stap verder. De focus van het nieuwe project van Boehly was duidelijk gericht op het halen van jonge, talentvolle spelers. Daarmee wilde hij de kern meteen versterken, of investeren in spelers voor de toekomst zoals Andrey Santos (€12m) en D.D. Fofana (€12m). Joao Felix, die dit seizoen nog maar amper speelminuten kon verzamelen onder Diego Simeone, werd voor €11 miljoen gehuurd van Atletico Madrid tot aan het einde van het seizoen. Chelsea betaalde €70 miljoen (+ €30m add-ons) aan Shaktar Donetsk voor het Oekraïense talent Mykhailo Mudryk die voornamelijk opviel in de Champions League, waar hij een staande ovatie afdwong in het Santiago Bernabeu van Real Madrid. Arsenal toonde lange tijd interesse, maar uiteindelijk waren het toch de blues die zijn handtekening verzilverden.
Dé transfer van het seizoen bleek toch al gauw het Argentijns toptalent Enzo Fernandes te zijn. Chelsea had al langer interesse in de middenvelder, maar door zijn sterke prestaties op het WK in Qatar, steeg de marktwaarde van de gloednieuwe wereldkampioen enorm. Benfica, dat Fernandes de zomer voordien voor €44 miljoen overkocht van River Plate, kon na lang onderhandelen op het laatste moment van de transferperiode een deal sluiten voor maar liefst €121 miljoen in totaal. Een enorm bedrag voor zo’n jonge speler, maar wel een die de investering waard blijkt te zijn.
Managercarrousel
In September 2022 werd de duitse coach Thomas Tuchel, onder wie Chelsea in het seizoen 20/21 de Champions League won, aan de deur gezet. De nieuwe Amerikaanse eigenaars besloten dat Tuchel niet de juiste man was om het nieuwe project mee aan te vangen. Tuchel lag nog onder contract tot 2024, wat hem een ontslagpremie van net geen 15 miljoen euro opleverde.
Graham Potter maakte de opstap van Brighton & Hove Albion en kon zich zo voor het eerst bewijzen bij een topclub. Chelsea betaalde ‘The Seagulls’ net geen 25 miljoen euro voor de diensten van Potter, en bood hem meteen een contract aan van 5 jaar ter waarde van 67 miljoen euro (+/-13 miljoen euro per jaar). In de Premier League verdienen enkel Pep Guardiola (Manchester City) en Jürgen Klopp (Liverpool) meer.
Na 29 speeldagen bevindt Chelsea zich als ‘leider’ van de rechterkolom op plaats 11 in de Engelse Premier League, op slechts 12 punten van de degradatiezone. Dit is vergelijkbaar met het seizoen 2015/2016 waarin het na 38 speeldagen 50 punten had en op een tiende plek eindigde. Het verlies tegen Aston Villa is de nederlaag teveel en Boehly besluit om ook Potter aan de deur te zetten. Een dure beslissing, want Potter had volgens zijn contract nog recht op meer dan 50 miljoen euro. Volgens David Ornstein (The Atheltic) zijn Chelsea en Potter wel tot een akkoord gekomen om een vergoeding uit te betalen die niet gerelateerd is aan de lengte van het contract. Assistent-manager Bruno Salter neemt de eerstvolgende wedstrijd na het ontslag op zich en is zo al de derde manager langs de zijlijn op Stamford Bridge.
Boehly lijkt een beslissing te nemen om de steun van de fans terug te winnen en clublegende Frank Lampard krijgt, 2 jaar nadat hij onstlagen werd voor Thomas Tuchel, de kans om de slechte prestaties om te draaien en de champions league te proberen winnen. Lampard blijf caretaker manager tot het einde van het seizoen. Dat wil zeggen dat hij de trainingen en wedstrijden dit seizoen nog zal begeleiden, terwijl de club een nieuwe voltijdse manager zoekt. De cirkel is rond.