Het afgelopen jaar was voor Volleybalclub Bredene een periode van onrust en uitdagingen na het vertrek van coach Patrick Clarysse. Met het wegvallen van een centrale figuur binnen het team, werd speler Lars Cattrijsse gedwongen om de leiding op zich te nemen en de trainingen te coördineren. Deze onverwachte wending bracht niet alleen praktische complicaties met zich mee, maar dwong het team ook om voortdurend interim-trainers te vinden om aan de vereisten te voldoen en boetes te vermijden. Te midden van deze tumultueuze periode blikt onze reporter terug op het bewogen afscheidsjaar met Lars Cattrijsse.
Om te beginnen gaan we dieper in op de volleybalcarrière van Lars. Hij begon met volleyballen als hij vijf jaar was. “Ik heb heel de jeugd doorlopen, eerst met vangen en gooien van de bal. Daarna speelden we drie tegen drie, in dat jaar pakten we de beker met een gouden generatie. Dan volgden vier tegen vier en zes tegen zes. Bij zes tegen zes wonnen we ook de beker. Dat was een legendarisch jaar en wij zijn eigenlijk altijd met dezelfde ploeg doorgegroeid.”
Lars groeide op zeventienjarige leeftijd door naar de eerste ploeg. Daar speelde hij in eerste provinciale, waar hij nog jong voor was. “Twee jaar later zaten we met bijna heel de ploeg die in de jeugd de beker won, terug samen in de eerste ploeg van Bredene. Ik ben één jaar gestopt om recreatief te gaan spelen, net voor het coronajaar. Ik was het beu, het interesseerde me niet genoeg meer. Heel veel ex-ploegmaten van mij, speelden toen in recreatief. Ik wou nog een beetje de sport beleven, dat jaar was zodanig slecht dat we soms met maar vijf op het terrein stonden. Het niveau was heel zwaar gezakt. Ik voelde dat ik nog wou volleyballen, maar terug op een hoger niveau. In recreatieve was dat totaal niet het geval, dat was kantinevolleybal. Ik ben dan teruggekeerd voor mijn vrienden.”
Het jaar dat Lars terugkeerde heeft hij nog één jaar in eerste provinciale gespeeld om dan te promoveren naar derde nationale. Bredene is ondertussen een vaste middenmoot in derde nationale. Volleybal is een hele moeilijke sport om te organiseren, het herenvolleybal is aan het verdwijnen. Er blijven weinig mannenploegen over en al zeker niet aan de kust. “Van volleybal kan je geen leven maken, je zal er zeker en vast niet rijk van worden. Ik heb dit jaar mijn beste seizoen ooit gespeeld, dus ben ik blij dat ik op een hoogtepunt kan stoppen. Het is een sprookje dat ik nu kan stoppen en niet het gevoel speelt van het jaartje te veel. Vorig weekend speelde ik mijn laatste thuismatch, dat voelde super aan. Ik heb alles gegeven met een overwinning als leuk extraatje. Dit weekend speel ik mijn allerlaatste match op verplaatsing in Poperinge. Ik heb de laatste thuismatch niet te emotioneel ervaren. Ik heb geen applausvervanging gekregen, omdat ik tot het laatste moment heb moeten strijden voor de overwinning. Ik heb tot maandag krampen gehad, een fenomenaal einde voor de thuissupporters.”
In maart sloeg het noodlot toe voor de club met het vertrek van de trainer. Bredene is in maart zonder coach Patrick Clarysse gevallen, wat een risico is omdat je boetes kan krijgen voor zonder coach te spelen. Daardoor hebben ze twee matchen gespeeld met trainster Caroline Fillee van Bredene, zij heeft de gouden generatie gekneed. Daarna hadden ze een interim-coach: Dieter Verbeke, die de laatste twee matchen wilde afwerken. “Hij heeft de laatste thuismatch in goede banen geleid met een paar bedenkelijke, maar toch goeie wissels. Hij zou normaal gezien dit weekend ook de laatste match coachen, maar hij had blijkbaar een dubbele boeking. Dus gaan we nog moeten kijken hoe we de laatste match tot een goed einde gaan brengen zonder een boete te krijgen. Als een club in nationale zonder coach speelt die een trainersdiploma heeft, riskeert het sancties, die boetes kunnen oplopen tot 150 euro per match. Wij verdienen met een match te spelen in nationale helemaal niets. We kunnen dus eigenlijk alleen maar geld verliezen zonder coach.”
“Het ontslag van de trainer kwam er na twee en half jaar ons te coachen en een lange carrière. Je merkte aan hem dat de motivatie om ons te trainen op een zeer laag pitje zat. Op een van de laatste matchen vertelde hij aan de groep dat hij de trainingen en de matchen aan het aftellen was. Toen zei een speler van de ploeg dat wij dat ook deden, waarop de coach zei: ‘Als ik dat moet vernemen van iemand van negentien jaar dan stopt het voor mij.’ Lars en zijn ploeggenoten hebben het nog proberen rechtzetten: ‘Hij spreekt niet in naam van de ploeg we willen het seizoen uitdoen met jou.’ Dat was niet voldoende waarop Clarysse de stekker uit het verhaal trok. Op dat moment hebben Lars en zijn broer die al heel hun leven bij Bredene spelen de voltallige spelersgroep samengeroepen met de coach. Ze hebben verteld dat het geen teamopmerking was en het team wel nog achter hem staat. “Hij kon zich daar wel in vinden en was blij met de steun. De speler in kwestie zat dan ook direct op de bank. Twee dagen later was dat blijkbaar toch niet voldoende en is hij er definitief mee gestopt. De bepaalde speler zit nog in de kern. Nadat hij zijn excuses aanbood, was voor ons de kous af.”
Eenmaal de trainer weg was begon de praktische ellende. Bredene kwam in een rare situatie terecht waarin de spelers mekaar training gaven. “De eerste training leidde mijn broer, de tweede ik enzovoort. Zeker niet alle trainingen zijn doorgegaan, maar we hebben ons op deze manier beholpen. We speelden uiteindelijk lang genoeg volleybal om een iets wat deftige training in mekaar te steken. Dinsdag was mijn laatste training en waren we met vier aanwezig. Ik denk dat het ons ook wel siert dat we met vier er toch nog steeds voor zijn blijven gaan. Het blijft een leuke bende of we nu met vier of met twaalf zijn. Met het minst aantal spelers aanwezig op mijn laatste training, het blijft toch een mooi afscheid.”
Gelukkig kwam er ondersteuning uit onverwachte hoek. Uiteindelijk kwam er hulp vanuit een andere club. Dieter Verbeke die Lars en zijn ploeggenoten dit weekend heeft gedepanneerd traint ook nog een ploeg in Torhout. “Hij zit voor zijn werk heel vaak in het buitenland, waardoor hij meteen zei dat hij geen blijvend initiatief voor de ploeg kan tonen. Hij wou ons wel gerust helpen. Hij zei zelf zaterdag toen we een pintje aan het drinken waren in de kleedkamer: ‘Ik ga niet blijven, want als ik nog langer blijf met die ambiance ga ik toch nog toezeggen om trainer te worden.’ Het was geen probleem dat hij al trainer is bij Torhout, omdat die club in een andere reeks speelt. Torhout zit in eerste nationale, dus het scheelde nog twee reeksen.”
“Hij vond dat wij een ploeg zijn dat bestaat uit een toffe vriendengroep met veel ambiance. Als je daar een beetje mee klikt kan je als trainer ook volledig in die ambiance opgaan. Zowel op volleybalvlak met veel talent in de groep als op sfeervlak is het zeker een interessante groep voor een toekomstige trainer. Van het gouden ploegje zijn er nu drie gestopt. Twee door blessures en ikzelf, omdat voor mij de cirkel rond is. Die plekken moeten opgevuld worden naar volgend jaar toe.” Bredene heeft gelukkig nog een tweede ploeg, die nu kampioen is geworden en promoveert van derde naar tweede provinciale. Twee spelers van die kampioensploeg schuiven door naar de eerste ploeg. Een ex-speler van Bredene komt ook terug, dus zijn er al drie nieuwe spelers voor volgend jaar. Toch heeft het voortbestaan van de eerste ploeg ter discussie gestaan. “Omdat die tweede ploeg sterk aan mekaar hangt was het niet zeker of er mensen zouden willen overgaan, wat uiteindelijk wel gebeurd is. Het enige missende puzzelstuk is een trainer. Het heeft zeker geleefd in de regio, als de enige kustploeg in de regio zonder trainer valt is dat onrustwekkend. Als we een trainer vinden is Bredene toch weer gered voor één seizoen.”