Met zijn start-up eConnection wil Leuvenaar Ralph Bogaert energiedelen breed toegankelijk maken. Maar wat betekent dat precies ‘energiedelen’? En met welke uitdagingen krijgt de jonge start-up te maken in de volatiele wereld van energie?
Als jonge ondernemer wil Ralph Bogaert (23) met zijn start-up eConnection een platform bieden voor energiedelen. Wij spraken met hem over welke uitdagingen hij ervaart met eConnection. Waarom energiedelen niet helemaal van de grond komt en welke rol energieleveranciers daarin spelen. En hoe hij de toekomst van energie ziet.
Met eConnection willen jullie een platform bieden voor laagdrempelig energiedelen op grote schaal. Waarom was dat zo belangrijk voor jullie?
“Energiedelen is een simpel fenomeen. Een bedrijf dat overtollige energie heeft opgewekt, via bijvoorbeeld zonnepanelen, zet die energie te koop tegen een prijs van drie cent per kilowattuur. De consument, of afnemer van die energie, betaalt echter 15 cent voor diezelfde hoeveelheid energie. Dat is liefst vijf keer duurder. Met eConnection willen we dat proces optimaliseren voor kmo’s en bedrijven. Wij zorgen ervoor dat de overtollige energie van de verkoper, of prosument, rechtstreeks naar de consument gaat. Zo kunnen we beide partijen een financieel voordeel aanbieden van vier cent per kilowattuur. Anders blijft er in onze ogen te veel plakken bij de grote energieleveranciers.”
eConnection is begonnen als studentenproject. Hoe zijn jullie geëvolueerd tot volwaardige start-up?
“De eerste plannen voor ons bedrijf ontstonden tijdens onze opleiding Bedrijfsmanagement aan de UCLL-campus Proximus. Voor het vak ‘Small Business Project’ moesten we met vijf studenten één jaar lang onderzoek doen naar hoe we een project op een constructieve manier kunnen opbouwen. Wij hebben tijdens die periode ook verschillende wedstrijden gewonnen, waaronder NIPPS Worldwide Business Plan Competition en Small Business Project van het jaar op UCLL. Aan het einde van het schooljaar hebben we dan beslist om op te splitsen. We zijn dan met twee personen geëindigd, Quinten Mannaert, die verantwoordelijk is voor de verkoop en promotie, en ikzelf, die vooral het beheer doet van het technische aspect. Belangrijk in die keuze was dat we allemaal een soortgelijk profiel hadden, en te weinig onderscheid tussen ons vijf.”
“In het begin kende ik echter niets van de energiemarkt, waardoor we onszelf helemaal moesten inlezen. Wij deden ook mee aan zoveel mogelijk ontmoetingsevenementen, zodat de energiemarkt ons leerde kennen. Al snel merkten we op dat we nood hadden aan extra hulp. En die is er gekomen dankzij onze derde zaakvoerder Koen Misotten. Een student handelswetenschappen uit Brussel. Dat zorgde ervoor dat we onze eerste klanten konden aanwerven in februari 2023. Tegen augustus hadden we een klantenbestand van 30 personen. Enkele maanden geleden hebben we besloten om er volop voor te gaan. We hebben ons bedrijf voorgesteld aan Start It KBC. Een accelerator. Een bedrijf dat kleine start-ups onder hun vleugels neemt en helpt om verder en sneller te groeien.”
Toch hebben jullie een tijd geleden om al jullie klanten stop te zetten en volledig van nul te beginnen. Vanwaar deze beslissing?
“In januari hebben we al onze klanten stopgezet, die bezig waren met energiedelen. Hun voordeel was niet groot genoeg. De reden hiervoor was de invoering van een extra kost door de energieleveranciers: meetregime 3. Deze kost varieert tussen nul en 150 euro per jaar. Wij zijn vervolgens overgeschakeld naar bedrijven. Voor hen is die kost veel minder belangrijk, omdat zij meer delen. Maar de overschakeling van particulieren naar bedrijven komt natuurlijk ook met veel uitdagingen. Daarom hebben we besloten om ook de nieuwe contracten stop te zetten. Voor ons is het van enorm belang, dat zowel wij, maar zeker onze klanten voordeel halen uit ons platform. Om dat maximaal te benutten is gedegen onderzoek nodig naar ons doelpubliek. Daar zijn we nu volop mee bezig.”
Energie is een volatiele markt. Hoe gaan jullie daarmee om?
“Wij gebruiken alle cijfers van de VREG, de Vlaamse energieregulator. Wij kijken elke maand wat de prijzen zijn. Dat verandert elke maand en wij volgen mee. Behalve wanneer mensen expliciet zeggen: “Dit is de prijs dat ik betaal”, dan passen wij hun prijs toe. Wij hebben ook een veiligheidsnet ingebouwd. Onze commissie is drie procent van de prijs, met een minimum van twee cent. Die minimum van twee cent is veel waard voor ons. Maar als de prijs zou stijgen zoals twee jaar geleden in augustus het geval was, dan zouden we een marge hebben van bijna tien cent per kilowattuur. Wat veel meer is dan nu. Dat is het commissiemodel dat we hebben gehanteerd. Maar we zijn ook aan het kijken om te veranderen naar een abonnementsvorm. Dat valt nog te valideren de komende maanden. Omdat we dan niet afhankelijk zijn van het seizoen.”
Er is nu heel wat te doen rond het feit dat energiedelen niet van de grond komt. Nochtans werd het door veel experten als de toekomst van energie gezien. Waar ligt de toekomst van het energiedelen?
“Dan komen we terug uit bij de kost van Meetregime 3. Dat is zonder twijfel het grootste probleem. Nochtans is het een Europese richtlijn om energiedelen aantrekkelijk te maken voor particulieren. In december 2023 hebben we samen met onze grootste concurrenten en alle energieleveranciers naar oplossingen gezocht om het systeem van energiedelen te laten werken.”
“Maar de energiesector werkt heel dom. Al de beschikbare data komt toe bij Fluvius, omdat zij de enige zijn die beschikken over digitale meters. Zij versturen die data naar een dataverwerkend bedrijf, die het op hun beurt doorsturen naar de energieleveranciers. Maar dat dataverwerkend bedrijf is niet hedendaags genoeg om om te gaan met energiedelen. Hierdoor moet elke factuur van een particulier die aan energiedelen doet manueel gebeuren door de energieleverancier. Dat zorgt ervoor dat de kost van het meetregime 3 zo hoog ligt. Daardoor hebben wij het gevoel dat de leveranciers ons irriteren, en zij hebben datzelfde gevoel over ons. Er is gelukkig wel nog ruimte om te praten. Maar de toekomst van energiedelen blijft onzeker.”