De 18-jarige Tom Cardoen, doelman bij RSCA Futsal en de nationale U19, over waarom hij niet voor het veld koos, de verschillen in de zaal en het potentieel van de sport.

Dag Tom, eerst en vooral: vanwaar de keuze voor futsal en niet voor veldvoetbal?

“Ik was niet groot genoeg als keeper voor het veldvoetbal, ik kreeg pas laat mijn groeispurt. Eerst combineerde ik de twee, maar in de U19 moest ik kiezen omdat het anders te veel werd. Ik heb toen gekeken waar mijn kansen het hoogst lagen om zo ver mogelijk te geraken en uiteindelijk werd dat dus futsal.”

In futsal is het dus iets gemakkelijker als kleine keeper?

“De doelen zijn kleiner in futsal, waardoor lengte natuurlijk minder belangrijk is. Ook komen er zelden hoge ballen. Ik zou zelfs zeggen dat het in de zaal eerder een voordeel is om iets kleiner te zijn dan te groot zijn.”

Zijn futsaldoelmannen altijd technisch goed onderlegd?

“Niet per se, maar het is wel een extra troef. In veldvoetbal is dat ook zo, er wordt meer en meer gevraagd naar meevoetballende doelmannen en dat is in de zaal niet anders. Maar het is zeker geen breekpunt om Futsalkeeper te worden.”

Is het uitgesloten dat je nog terugkeert naar het veldvoetbal?

“Zeg nooit nooit, maar momenteel ben ik daar niet mee bezig.”

Wat zijn de grote verschillen tussen de zaal en het veld?

“Futsal is minder saai, om het zo te zeggen. Op het veld heb je wel eens wedstrijden waar je achteraf van denkt: “Naar wat hebben we hier nu zitten kijken?” Dat zul je in de zaal veel minder hebben. Omdat het veld kleiner is, gaat het spel veel sneller. Vraag aan 10 mensen die voor het eerst futsal komen kijken wat ze ervan vonden en 9 keer zal je horen dat het attractiever is, er is meer te zien.”

Denk je dan ook dat er nog een groeimarge is qua toeschouwers bij futsalwedstrijden?

“In België is de sport nog niet heel groot, dus ik denk zeker dat er nog marge is als de voetbalbond daar op in zet. Al ben ik ook realistisch en is het om meerdere redenen, bijvoorbeeld logistiek, natuurlijk niet mogelijk om aan de aantallen van veldvoetbal te tippen qua supporters. Maar als je kijkt naar landen als Spanje, Portugal en Frankrijk liggen er zeker mogelijkheden om te groeien.”

Hoe voelt het om het truitje van Anderlecht en de nationale U19 te dragen?

“Dat is iets om fier op te zijn natuurlijk. Ik zat al bij Halle-Gooik en als ik dan het nieuws kreeg dat de ploeg werd overgenomen door Anderlecht, was ik als supporter van Anderlecht uiteraard in de wolken. Volgens mij kan de factor Anderlecht toch iets zijn wat jonge voetballers kan aanzetten om eerder voor de zaal te kiezen.”

Merk je in de zaal een even grote rivaliteit tussen ploegen als in het veldvoetbal?

“Op dit moment is dat bijlange nog niet zo groot als op het veld, maar misschien is dat wel iets die kan groeien nu meer en meer grote clubs uit eerste klasse zich meer focussen op futsal. Ik ben absoluut nog nooit in aanraking gekomen met hooliganisme of dergelijke zaken.”

Naast het voetbal studeer je ook nog steeds, blijft dat te combineren?

“Vorig jaar lukte dat zeer goed. Zolang je de discipline kan opbrengen en alles goed kan organiseren is dat normaal gezien goed mogelijk. Al valt het nu te zien hoe het zal evolueren nu ik de stap zette naar de eerste ploeg bij Anderlecht, maar ik heb er alle vertrouwen in dat alles in orde komt.”

Heb je die discipline altijd al gehad of heb je dat echt moeten leren?

Dat is een van de belangrijke dingen die ik meekreeg van thuis. Mijn vader leerde me dat als je iets doet, je er ook voor de volle 100 procent voor moet gaan.”

Bedankt Tom, en nog veel succes in je verdere carriére!

“Dankjewel!”