Evie lootens (links) en Jennie Vanlerberghe (rechts) met een schilderij van Afghaanse vrouwen in een boerka. Je ziet hoe een vrouw zich probeert los te breken uit de boerka die ze in Afghanistan verplicht moeten dragen. Het symboliseert hun drang naar vrijheid. ©Mathis Beerlaen

In 2023 leefden wereldwijd 50 miljoen mensen als ‘moderne slaven’. Dat blijkt uit cijfers van de Global Slavery Index. Met een prevalentie van 13 op 1.000 inwoners, of 505.000 mensen in totaal, is Afghanistan de afgetekende nummer één op de lijst met meest kwetsbare landen. Moeders voor Vrede is een organisatie die opkomt voor mensenrechten en specifiek vrouwenrechten in Afghanistan. Ze proberen het tij te keren.

15 augustus 2021. Een dag die in het geheugen van elke Afghaan staat gegrift. Na twintig jaar aanwezigheid trekken de Amerikaanse troepen zich terug uit Afghanistan, en greep de Taliban, een jihadistische beweging, na twintig jaar opnieuw de macht. Een gebeurtenis die een nieuwe humanitaire crisis inluidde, met vrouwen en meisjes als grootste slachtoffers.

Van dromen naar hopen

“Die dag was pure chaos”, vertelt Hanifa Aliyar (28), een Afghaanse vrouw die destijds Engelse les gaf aan meisjes via de organisatie Moeders voor Vrede. “Mensen waren in shock. Vrouwen haastten zich naar huis, bang voor wat de Taliban zouden doen. Ik was zelf ook doodsbang.”

Voor die dag had Aliyar grote dromen: “Ik wou een master in bedrijfskunde halen, een carrière opbouwen en bijdragen aan een betere toekomst.” Die dromen werden op slag onbereikbaar. “Vanaf dat moment draaide alles om overleven. Ik wilde zo snel mogelijk een manier vinden om geëvacueerd te worden. Alle mensen die samenwerken met progressieve internationale organisaties lopen gevaar.”

De eerste stappen in Afghanistan

De machtsovername door de Taliban roept herinneringen op aan de jaren ’90, toen ze voor het eerst de controle over Afghanistan kregen. Na de oorlog met de Sovjet-Unie en een daaropvolgende burgeroorlog grepen de Taliban in 1996 de macht. Het was een periode waarin vrouwen vrijwel alle rechten verloren en volledig uit het openbare leven werden verbannen.

Jennie Vanlerberghe, oprichtster van Moeders voor Vrede en voormalig journaliste bij Roularta, bezocht Afghanistan twintig jaar geleden voor het eerst. “Ik zag hoe vrouwen daar werden behandeld. Ze waren slaven in hun eigen huis. Geen enkele vrouw of meisje mocht de straat op, en verkrachtingen waren schering en inslag.”

Deze schrijnende situatie raakte Vanlerberghe diep. Ze besloot zich in te zetten voor de vrouwen in Afghanistan door humanitaire projecten op te starten. “Onze organisatie ontstond in 1992. We stammen af van de internationale organisatie Mothers for Peace. Die ontstond tijdens de oorlog in Joegoslavië waar vrouwen opriepen tot vrede. Als Belgische organisatie staan we grotendeels op onze eigen voeten. Op die manier kunnen we onze focus op één gebied leggen. Aanvankelijk waren we ook in Israël actief. Maar we besloten om ons te focussen op één land en dat is nu Afghanistan. Het aanhoudende conflict in Israël maakte het bovendien moeilijk om daar te werken. We begonnen met het bouwen van scholen en medische centra in Afghanistan. Het idee was om vrouwen basisonderwijs te geven en hen daarna hun eigen weg te laten vinden. Maar de betrokkenheid groeide. Je leert de mensen kennen, ze rekenen op je. Je kunt ze niet meer in de steek laten.”

Beeldjes gemaakt door meisjes in Afghanistan. Een van de weinige dingen die ze wel nog kunnen doen. © Mathis Beerlaen
Beeldjes gemaakt door meisjes in Afghanistan. Een van de weinige dingen die ze wel nog kunnen doen. © Mathis Beerlaen

Culturele aanpassing

“Zeker in het begin was het niet makkelijk om projecten te starten in de regio. Ik kende de cultuur niet. Ik maande ook vrouwen aan om zich te verzetten tegen de onrechtvaardigheid. Vanuit een westerse bril klinkt dat heel logisch. Maar als de vrouwen dan thuiskwamen, verboden hun echtgenoten de vrouwen om nog naar onze projecten te komen”, vertelt Vanlerberghe. “Tijdens die projecten wilden we vrouwen kritisch leren denken.” Haar aanpak veranderde naarmate ze de cultuur beter leerde kennen. “Ik heb islamles gevolgd om te begrijpen hoe ik met de mensen moest omgaan. Daar gedraag ik me bewust onderdanig, omdat dat de enige manier is om gehoord te worden. Als ik een man zie, zeg ik ‘salaam alaykum’ (Moge de vrede van Allah met jou zijn) en maak ik een diepe buiging.” Het was een pijnlijke, maar noodzakelijke aanpassing om het vertrouwen van de lokale bevolking te winnen en echt iets te kunnen betekenen.

Nieuwe machtsovername

In 2001 werd de Taliban verdreven, na een inval van de Amerikanen als reactie op de terroristische aanslagen op 11 september. Na twintig jaar strijd tegen de Taliban en een investering van zo’n 1.000 miljard dollar de afgelopen 20 jaar, in de uitbouw van een Afghaans leger, verraste president Joe Biden alle NAVO-landen toen hij zijn troepen terugtrok uit het land.

Volgens Biden waren de doelstellingen van de inval in 2001 bereikt, en had de Taliban beloofd om Afghanistan niet opnieuw een basis voor internationaal terrorisme te laten worden. In realiteit was de VS er niet in geslaagd om het land veilig te maken en een functionerend bestuur te installeren.

Als gevolg van de terugtrekking van de Amerikaanse troepen, besloten ook de andere NAVO-landen hun militairen weg te halen uit Afghanistan. Dit gaf vrij spel aan de Taliban om opnieuw de macht te grijpen.

“Ik had nooit gedacht dat ik zulke donkere dagen zou meemaken. Mijn moeder had me verteld over de vorige periode van de Taliban, maar ik kon me niet voorstellen hoe moeilijk het zou zijn. Alles waar we aan gewerkt hadden, verdween in een vingerknip”, vertelt Aliyar.

Slavernij: van donker verleden naar dagelijkse realiteit

“Sinds de Taliban terug aan de macht is, is slavernij niet alleen een herinnering aan een donker verleden, maar een dagelijkse realiteit”, zegt Aliyar. “Mijn moeder werkte als fitnesscoach en mijn zussen waren universiteitsstudenten. Dat is nu allemaal verleden tijd. Vrouwen mogen niets meer: niet werken, niet studeren en zelfs niet alleen reizen. Alles wordt voor hen bepaald. Van welke kleren ze dragen tot met wie ze trouwen.”

Een nieuw voorbeeld daarvan, kwam op 30 december van vorig jaar. Zo mogen nieuwe gebouwen geen ramen meer hebben, als er vrouwen zichtbaar zijn binnen. Zogenaamd om “overlast voor buurtbewoners te voorkomen”.

De nieuwe regel past in een uitgebreid rijtje van maatregelen die de Taliban de laatste jaren hebben ingevoerd. Zo verloren Afghaanse vrouwen en meisjes eerder al het recht op onderwijs, moeten ze verplicht gesluierd zijn op straat en mogen ze niet praten of zingen in het openbaar. Ook werken wordt steeds moeilijker. “Het is moeilijk te bevatten wat de Taliban doet. Het is onmenselijk. Ze spelen met miljoenen levens”, zucht Aliyar.

“De Taliban geven om niks of niemand. Ik heb regelmatig nog contact met mensen uit Afghanistan. Mijn familie vertelde me hoe mensen van de Taliban in een restaurant gaan eten zonder te betalen of mensen klusjes laten doen voor hen. De eigenaars zijn vaak ook bang om hen te wijzen op het feit dat ze moeten betalen. Ze laten gewoon mensen werken voor hen en permitteren zich alles.”

Een boerka uit Afghanistan. Momenteel is het dragen van een boerka verplicht voor vrouwen. Jennie Vanlerberghe: "Op dit moment moeten de vrouwen verplicht zwarte boerka's dragen, zelfs de kleur mogen ze niet meer kiezen. Ondanks de dunne stof kan het in een land als Afghanistan zeer warm zijn om een boerka te dragen." © Mathis Beerlaen
Een boerka uit Afghanistan. Momenteel is het dragen van een boerka verplicht voor vrouwen. Jennie Vanlerberghe: “Op dit moment moeten de vrouwen verplicht zwarte boerka’s dragen, zelfs de kleur mogen ze niet meer kiezen. Ondanks de dunne stof kan het in een land als Afghanistan zeer warm zijn om een boerka te dragen.” © Mathis Beerlaen

Alternatieve werking met dank aan een jongensschool

Ondanks de strenge beperkingen heeft Moeders voor Vrede een manier gevonden om meisjes toch onderwijs te bieden. “We werken samen met een jongensschool”, legt Evie Lootens uit. Zij is algemeen coördinator van de organisatie. “In de voormiddag krijgen de jongens les, en in de namiddag komen de meisjes, zogenaamd voor koranlessen. Bij controles van de Taliban liggen er korans op de schoolbanken, maar in werkelijkheid leren de meisjes literatuur, Engels, wiskunde en computervaardigheden.”

Ondanks de constante dreiging en beperkte middelen blijft de motivatie bij docenten en studenten groter dan de angst voor het regime. “De gedrevenheid om meisjes te ondersteunen via gratis educatie en zo hun positie te verbeteren blijft de belangrijkste drijfveer”, vervolgt Vanlerberghe. “Naast gratis educatie, bieden we de families van de meisjes ook driemaandelijks gratis voedselpakketten aan. Zo willen we voorkomen dat ouders hun dochters van school halen uit economische noodzaak.” Want volgens de cijfers van de UNHCR hadden in 2024 bijna 24 miljoen Afghanen, meer dan de helft van de bevolking, nood aan humanitaire hulp.

Vier miljoen mensen op de vlucht

Momenteel zijn meer dan vier miljoen Afghanen op de vlucht. Ook Moeders voor Vrede haalde al haar werknemers na de machtsovername van de Taliban naar ons land. “Met hulp van Belgische militairen en mijn collega’s van Moeders voor Vrede wist ik te ontsnappen aan het regime”, recapituleert Aliyar.

“Bij aankomst in België voelde ik me verloren. Alles was nieuw: de cultuur, de taal, het leven. Gelukkig sprak ik Engels, wat een klein lichtpuntje was. Mensen waren vriendelijk en hielpen ons met voedsel, kleding en andere benodigdheden. Die vriendelijkheid zal ik nooit vergeten. Nu ben ik dankbaar voor de kansen die ik in België heb gekregen, maar het verlies blijft. Mijn familie is nog in Afghanistan, en ik maak me elke dag zorgen om hen.”

Persoonlijke tragedies

Achter de statistieken van de Global Slavery Index schuilen miljoenen persoonlijke tragedies. Eén van die verhalen is dat van Massouda, een projectmanager van Moeders voor Vrede in Afghanistan. Zij werd slachtoffer van een maatschappelijk systeem waarin vrouwen altijd de schuld krijgen van tegenslagen.

“Massouda vertelde mij tijdens één van onze ontmoetingen dat haar echtgenoot, een politieagent, altijd aan het klagen was dat ze geen kinderen hadden. Op een dag zei haar schoonmoeder, bij wie ze inwoonde, dat ze twee dagen niet thuis gingen zijn, omdat de man van Massouda ging trouwen met een jong meisje”, doet Vanlerberghe uit de doeken.

“Na een maand of twee was dat meisje in verwachting, dus was iedereen blij. Maar enkele maanden later kreeg het meisje een miskraam, dus trok de familie naar een Mollah, een geestelijke. Hij vertelde dat er een vreselijke geest in het huis zat, en die geest was Massouda. Zij hebben haar toen zwaar mishandeld, waarop dat wij Massouda daar zijn gaan weghalen.”

Dit soort verhalen zijn geen uitzondering. Ze illustreren de kwetsbare positie van vrouwen in Afghanistan, waar gedwongen huwelijken vaak als overlevingsstrategie gelden.

Kinderhuwelijken

Een van de meest schrijnende vormen van moderne slavernij in Afghanistan zijn kinderhuwelijken. “Meisjes worden vaak uitgehuwelijkt op 14- of 15-jarige leeftijd”, zegt Vanlerberghe. “Bij een huwelijk weet het meisje vaak niet eens met wie ze trouwt. Pas op de trouwdag ziet ze haar man voor het eerst. Vaak is ze ook niet de enige, maar heeft de man minstens twee vrouwen. De jongste moet dan zorgen voor het huishouden en het nageslacht.”

Vanlerberghe vertelt een schrijnende anekdote over de keer dat ze zelf bij zo’n uithuwelijking aanwezig was. “Toen ik bij een familie op bezoek was, liep er een jong en mooi meisje zonder sluier door de kamer. Een vriend van de vader vroeg plots hoeveel ze moest kosten, en de verkoop was binnen enkele minuten geregeld. Een vreselijk tafereel, waarbij meisjes en vrouwen worden gereduceerd tot handelswaar.”

Het grote dilemma

Aliyar vraagt zich vaak af hoe de Taliban zo machtig zijn kunnen worden. “Ze moeten ergens steun krijgen, maar hoe en waar? Wat ik wel weet, is dat de wereld niet mag wegkijken. Elk land kan iets doen, zoals projecten starten die vrouwen en meisjes helpen.”

Organisaties zoals Human Rights Watch documenteren de voortdurende mensenrechtenschendingen door de Taliban, waaronder censuur, arrestaties en geweld tegen vrouwen en minderheden. De internationale gemeenschap staat echter voor een dilemma: hoe kunnen ze hulp bieden zonder de controle van de Taliban te legitimeren?

Kunst Ontsluierd

Kunst Ontsluierd is een actie opgezet om geld in te zamelen voor Moeders voor Vrede. De expositie bracht werken van 18 kunstenaars samen. De kunstwerken werden verkocht in Ieper. De winst ging vervolgens integraal naar Moeders voor Vrede. “Onder Didier Reynders voormalig minister van Financiën werd onze financiering vanuit de overheid stopgezet.”

Aan de hand van dergelijke projecten en sponsors krijgen we wel nog geld binnen. De verkoop van kunstwerken tijdens de tentoonstelling helpt deze missie voort te zetten”, zegt Evie Lootens. “De tentoonstelling benadrukte niet alleen de kracht van kunst, maar ook de veerkracht en moed van vrouwen die streven naar een betere toekomst, zelfs onder uitdagende omstandigheden”, zegt Inge Depraetere, een van de kunstenaars die deelnam aan het project. “Ik vond het heel fijn dat ik de kans kreeg om deel te nemen. Ik hoop dat de Afghaanse meisjes de kans krijgen zich verder te ontwikkelen en eventueel ook dankzij het onderwijs kunst ontdekken.”

Machteloos toekijken

De gevolgen van de Taliban-regels zijn verstrekkend. Omdat meisjes geen toegang meer hebben tot onderwijs, dreigt de huidige generatie werkende vrouwen, bijvoorbeeld in de zorgsector, de laatste te worden. Ook mannen, vaders en broers lijden onder de onderdrukking, omdat zij machteloos moeten toezien hoe hun dochters en zussen hun toekomst verliezen.

“Ik blijf hopen op een betere toekomst, niet alleen voor mezelf, maar voor iedereen die onder dit regime lijdt. Dat is niet gemakkelijk. Maar die hoop is het enige wat ervoor zorgt dat ik kan verdergaan met mijn eigen leven. Hoopvol en positief blijven”, besluit Aliyar.