Het is een rustige avond in Leuven. In een sfeervol cafeetje vlakbij haar kot schuif ik aan bij Jolijn Van Eygen (22), rechtenstudent. Terwijl ze in haar cappuccino roert, kijkt ze even naar buiten, waar de stad langzaam opnieuw tot leven komt na een lange blokdag. We praten over haar leven als student, vooral tijdens die beruchte blokperiode.
Heb jij bepaalde rituelen om je dag goed te starten tijdens de examenperiode?
Elke ochtend sta ik op hetzelfde uur op en doe ik mijn best om tegen acht uur aan mijn bureau te zitten. Daarom ga ik ook op tijd slapen. Om 23.00 uur probeer ik in mijn bed te liggen. Alleen vlak voor een examen wordt het soms wat later, omdat ik zeker wil zijn dat ik alles heb doorgenomen. Maar zonder voldoende slaap functioneer ik gewoon niet de dag erna. En ik ga drie keer per week lopen. Dat geeft me energie voor de rest van de dag. Die routines brengen me rust.
Om die structuur doorheen de dag te behouden, studeer ik in blokken van twee uur. Daarna neem ik een kwartiertje of een halfuur pauze. Ik eet altijd op vaste momenten samen met mijn kotgenoten. Dat kan de werkdruk wat lichter maken, zelfs tijdens de drukste dagen.
Waar studeer je het liefst?
Op kot. Daar heb ik alles bij de hand. Ik studeer vaak luidop om de leerstof beter te begrijpen en dat is in de bib wat lastiger (lacht). Het is ook makkelijker om in een vertrouwde omgeving een korte pauze in te plannen. Zo pauzeren we met alle kotgenoten rond 16.00 uur; dat geeft voldoening. Vooral uit de kleine dingen probeer ik plezier te halen, zoals een lekkere snack als beloning. En als het echt niet vooruit gaat, loop ik even naar buiten of neem ik een douche. Daarna kan ik er meestal weer tegenaan. Sommige studenten sluiten zich helemaal af tijdens de blokperiode en maken geen tijd voor ontspanning. Ik heb die pauzes echt nodig, zeker na een zware dag. ’s Avonds een serietje kijken of met vrienden afspreken om iets te drinken geeft me net de motivatie om de volgende dag weer door te gaan.

Wat vind je het lastigste aan de blokperiode?
Om vakken te studeren waarvan het examen pas drie weken later gepland staat. Dan voel ik nog niet genoeg druk en stel ik moeilijke of minder interessante dingen uit. Ondertussen heb ik geleerd dat dat een van mijn valkuilen is. Tegenwoordig zorg ik ervoor dat ik elk vak minstens één keer volledig heb doorgenomen. Zo weet ik tijdens de examenperiode hoeveel ik op een dag kan studeren en kan ik mijn tijd beter plannen.
De angst om gebuisd te zijn op al mijn examens heb ik altijd al gehad. Zeker als het eerste examen niet goed ging, is het moeilijk om gemotiveerd te blijven voor de rest. Maar ik probeer te onthouden dat alles nog mogelijk is, ook na een minder examen.
Welke tips heb je voor je medestudenten?
Maak steekkaartjes! Zo kan je sneller herhalen wat je die dag geleerd hebt. En bekijk examens van vorige jaren. Soms komen exact dezelfde vragen terug. Dat kan echt het verschil maken, zeker als je tijd tekort komt.
Probeer om tijdens een examen ook altijd iets in te vullen, zelfs als je geen idee hebt waarover de vraag gaat. Zo heb ik liefst open vragen met een leuke casus. Daar kan je vaak punten sprokkelen, ook als je niet alles weet.
Het draait allemaal om een goede balans: structuur, ontspanning en af en toe jezelf iets extra gunnen. Dan kom je er wel.