De discussie rond gokbedrijven als shirtsponsor van voetbalclubs is niet nieuw, maar ze blijft schrijnend actueel. In België alleen al zijn 465.000 mensen gokverslaafd. Dat is maar liefst 5,2% van de bevolking. Dit schokkende cijfer werpt een scherpe ethische schaduw over de samenwerking tussen voetbalclubs en gokbedrijven. Moeten voetbalclubs deze verslavende industrie blijven promoten, zelfs als dat een grote impact heeft op kwetsbare supporters?
Een diepe maatschappelijke impact
Gokverslaving is niet zomaar een individuele zwakte; het is een maatschappelijk probleem dat gezinnen schaadt en gemeenschappen raakt. Mensen die hun gokgedrag niet onder controle hebben, krijgen vaak te maken met mentale gezondheidsproblemen zoals depressie, verlies van zelfvertrouwen, paranoia en zelfs agressie. Financieel raken gokverslaafden vaak in een neerwaartse spiraal, die ook hun families en naasten meesleept. Voetbalclubs, met een groot bereik, zouden nooit een platform mogen bieden aan bedrijven die deze schade aanrichten. Is dat de boodschap die we willen uitdragen?
Clubs en hun creatieve achterpoortjes
Hoewel de Belgische overheid eindelijk actie onderneemt om gokreclame in stadions en op shirts te verbieden, hebben sommige clubs geprobeerd de regels te omzeilen door alternatieven aan te bieden. Club Brugge overwoog bijvoorbeeld om “Unibet Experts” of “U-Experts” op hun shirts te drukken, terwijl Antwerp de naam “AntwerpFirst” in plaats van “betFIRST” wilde gebruiken. Hiernaast had Beerschot de “Star Casino Foundation” als alternatief bedacht. Deze creatieve pogingen om de wet te omzeilen zijn echter niet toegestaan. Minister van Justitie Paul Van Tigchelt waarschuwde dat dergelijke varianten als gokreclame worden beschouwd en dus in strijd zijn met de wet.
“Wij beschouwen dergelijke varianten als gokreclame en ze zijn dus in strijd met de wet.”
Paul Van Tigchelt – Minister Van Justitie
Groen-Kamerfractieleider Stefaan Vanhecke heeft eveneens sterk gereageerd op deze pogingen van clubs om de regels te omzeilen. Hij benadrukte dat de clubs die toch alternatieven blijven gebruiken, zich niet alleen aan de wet moeten houden, maar ook de maatschappelijke gevolgen van hun keuzes moeten erkennen. Vanhecke steunde het strikte handhavingsbeleid van de regering en waarschuwde dat clubs die de regels overtreden, boetes tot 500.000 euro kunnen riskeren.
“De gokindustrie heeft geen plaats op de shirts van onze clubs,” aldus Vanhecke. Hij voegde eraan toe dat clubs zich moeten aanpassen en nieuwe sponsors moeten zoeken buiten de gokwereld.
Strikte handhaving van gokreclame en aanpak van illegale goksites
Minister Van Tigchelt benadrukte dat de wetgeving rond gokreclame strikt zal worden gehandhaafd. Hij waarschuwde dat varianten van gokreclames, zoals alternatieve merken of indirecte verwijzingen naar gokbedrijven, niet toegestaan zullen zijn. Daarnaast uitte hij zijn bezorgdheid over de aanwezigheid van illegale goksites in België. “We moeten deze illegale sites aanpakken om gokverslaving effectief te bestrijden,” zei hij. Deze uitspraken benadrukken de vastberadenheid van de minister om de wetgeving rond gokreclame strikt toe te passen.
“De gokindustrie heeft geen plaats op de shirts van onze clubs.’’
Stefaan Vanhecke – Groen-Kamerfractieleider
Het argument van financiële afhankelijkheid
Een vaak gehoord tegenargument is dat gokbedrijven een cruciale inkomstenbron vormen voor clubs, vooral voor financieel kwetsbare teams. Maar deze redenering is kortzichtig. Clubs zoals Rupel Boom bewijzen dat het anders kan: zij stellen dat een goksponsor op de mouw evenveel oplevert als een reguliere sponsor op de voorkant van het shirt. Het probleem ligt niet bij het gebrek aan alternatieven, maar bij de prioriteiten van de clubs. Wanneer we winst boven ethiek plaatsen, verliezen we de essentie van sport, een plek waar waarden zoals respect en verantwoordelijkheid centraal moeten staan.
De maatschappelijke verantwoordelijkheid van voetbalclubs
Voetbalclubs zijn meer dan bedrijven; ze zijn maatschappelijke instituten en hebben een enorme impact op hun omgeving. Ze fungeren als rolmodellen, vooral voor jongeren. Hoe kunnen ze met een gerust hart zeggen dat ze om hun fans geven, terwijl ze een industrie promoten die levens ruïneert? Het feit dat spelers onder de 21 jaar al geen gokreclame mogen dragen, toont aan dat de overheid de ernst van de situatie inziet. Maar waarom stopt deze logica bij jonge spelers? De verantwoordelijkheid moet gelden voor de club en al haar spelers.
Joaquin Seys, 19 jaar, draagt het logo ‘No Heart No Glory’’ in plaats van Unibet vanwege de nieuwe regelgeving – © Nico Dewaele
Tijd voor ethische keuzes
De wetgeving die vanaf 2025 gokreclame in stadions verbiedt en vanaf 2028 ook shirtsponsoring uitsluit, is een stap in de juiste richting. Clubs hoeven niet te wachten op regelgeving om het juiste te doen. Ze moeten nu al actie ondernemen en volledig breken met gokbedrijven als sponsor. Er zijn genoeg alternatieve inkomstenbronnen die beter passen bij de waarden van de sport en de verwachtingen van supporters. Het is een kwestie van prioriteiten stellen.
Conclusie
Gokbedrijven hebben geen plaats in het voetbal. De sport moet een veilige en inspirerende omgeving blijven, vrij van de schadelijke invloed van de gokindustrie. Voetbalclubs hebben de macht en de verantwoordelijkheid om het goede voorbeeld te geven en ethische keuzes te maken. De supporters, vooral de meest kwetsbaren onder hen, verdienen een voetbalwereld die hun welzijn centraal stelt. De vraag is niet of, maar wanneer clubs deze verantwoordelijkheid serieus gaan nemen.