De arbeidsmarkt in West-Vlaanderen kampt al jaren met een hoge werkzaamheidsgraad en een structurele krapte. Meer dan 80% van de beroepsactieve bevolking in de provincie is aan het werk, waardoor het voor bedrijven een uitdaging is om geschikte arbeidskrachten te vinden. Wat zijn de oorzaken van deze krapte, en welke oplossingen zien werkgevers en de VDAB?
Lies Reynaert, persverantwoordelijke bij de VDAB, benadrukt dat de hoge werkzaamheidsgraad in de provincie een belangrijke factor is: “Meer dan 80% van de beroepsactieve West-Vlamingen is aan het werk, volgens de laatste cijfers. Dat maakt het moeilijk om vacatures in te vullen.” Ze wijst ook op de vergrijzing als een bijkomend probleem: “Voor elke 100 mensen die de arbeidsmarkt verlaten, zijn er slechts 80 kandidaten beschikbaar om hen te vervangen. Dat is te weinig waardoor er stelselmatig een tekort ontstaat.”
Om die uitdaging het hoofd te bieden, zet de VDAB in op betere scholing. Daarnaast activeren ze mensen die momenteel niet werken, zoals leefloners en huismannen of -vrouwen. Ook worden Noord-Franse arbeidskrachten aangetrokken, al daalt de werkloosheid ook daar: “Veel Noord-Fransen of mensen uit de rest van Europa komen niet bij ons terecht omdat bedrijven ze rechtstreeks van de arbeidsmarkt plukken.
Flexibiliteit van bedrijven
Bedrijven proberen de arbeidskrapte op verschillende manieren aan te pakken. Charlotte Noppe, HR-verantwoordelijke bij Deknudt Mirrors, legt uit hoe ze proactief plannen: “We maken wekelijkse planningen en anticiperen zo veel mogelijk op openstaande vacatures. Mond-aan-mondreclame en flexibiliteit in het omgaan met talen zijn daarbij cruciaal. Zo ondersteunen we mensen die de taal niet volledig beheersen in hun traject.”
Hoewel Deknudt Mirrors niet actief rekruteert uit het buitenland, zet het bedrijf in op een goede screening en de bereidheid om medewerkers intern op te leiden. “De ingesteldheid van de mensen is minstens even belangrijk als hun ervaring of scholing,” aldus Noppe.
Internationale werkkrachten
De inzet van buitenlandse werknemers is een trend die al jaren zichtbaar is in bepaalde sectoren, zoals productie en bouw. Reynaert merkt op dat bedrijven soms buitenlandse krachten aantrekken, bijvoorbeeld uit Polen of andere Europese landen. Toch brengt dit uitdagingen met zich mee, zoals taalbarrières en de noodzaak om ver van huis te werken.
Bij bedrijven zoals Bekaert wordt er nauwelijks een beroep gedaan op buitenlandse werkkrachten. Een woordvoerder verklaart dat het bedrijf een stabiele werkomgeving biedt, waardoor medewerkers lang blijven. “Bij ons zijn de posities stabiel en worden vacatures snel ingevuld. Als we iemand in dienst nemen, blijft die ook vaak in dienst gedurende een langere periode,” zegt de HR-verantwoordelijke.
Oplossingen voor de toekomst
Zowel werkgevers als de VDAB benadrukken het belang van opleiding en flexibiliteit. “Werkgevers moeten leren zoeken naar kandidaten buiten het klassieke profiel, ook al lijkt die op het eerste gezicht minder geschikt voor de job” stelt Reynaert. De VDAB stimuleert bedrijven om in te zetten op herscholing en het aannemen van werknemers zonder specifiek diploma. Daarnaast pleit ze voor meer investeringen in lokale arbeidskrachten voordat wordt gekeken naar internationale oplossingen.
Ondanks de krapte blijft er volgens de VDAB reden voor optimisme. “We zien dat herstructureringen, zoals bij Van Hool, snel worden opgevangen. 70% van de getroffen werknemers is al opnieuw aan de slag”, zegt Reynaert. De prognose is dat de arbeidskrapte blijft, maar dat bedrijven zich steeds beter aanpassen aan de veranderende arbeidsmarkt.