Na twee jaar intensieve werkzaamheden straalt de Menenpoort in Ieper opnieuw als hét symbool van de herdenking van de gesneuvelden uit de Eerste Wereldoorlog. De restauratie was nodig om het lange termijn behoud van het monument te kunnen garanderen voor de toekomstige generaties en ook om het klaar te maken voor zijn honderdste verjaardag in 2027.

De Commonwealth War Graves Commission (CWGC) startte de bouw in 1923 en onderhoud tot op vandaag het monument. De CWGC, en dus ook de restauratie van de Menenpoort, wordt gefinancierd door de lidstaten van het Gemenebest, die de kosten van haar werkzaamheden dragen in verhouding tot het aantal graven waarvoor zij verantwoordelijk zijn. Ze kreeg hiervoor ook een premie van de Vlaamse Overheid en een subsidie van de Stad Ieper.

Group Monument Vandekerckhove voerde de werken uit, onder leiding van architectenbureau Bressers Erfgoed. In totaal kostte de restauratie zo’n zes miljoen euro

Kijk: Dak van Menenpoort voor het aanbrengen van het nieuwe groendak. ©Tim Debaets

De werken begonnen bij het dak. “Dat was ook de aanleiding van het hele project,” vertelt Marijn van Group Monument. “De dakbedekking was verouderd en niet meer waterdicht, dus dat moest aangepakt worden. Van daaruit hebben we de rest van het gebouw onderzocht.”

Tijdens die eerste fase bleek dat er zich onder de dakbedekking asbest bevond. Dat had een grote impact op het verdere verloop van de werken. “In eerste instantie leek het om golfplaten te gaan, die relatief eenvoudig te verwijderen zijn. Maar op sommige plaatsen zaten asbestvezels ook in andere materialen verwerkt, zoals in bitumen of pleisterlagen,” zegt Marijn. “Ook de asbesthoudende pleisterlaag van de plafonds werd verwijderd, waarna het gewelf opnieuw werd geschilderd.”

Omwille van de gezondheidsrisico’s moest alles in een hermetisch afgesloten zone gebeuren. “We zetten letterlijk een tent over de werf en creëerden onderdruk. Zo blijven alle vezels binnen,” legt Marijn uit. “De arbeiders dragen speciale beschermingspakken en maskers, en ze moeten door twee aparte doucheruimtes telkens ze de zone verlaten. Om de asbestvezels uit hun kleren of zelfs hun haar te wassen.”

Men woog tijdens het restauratieproces voortdurend duurzaamheid en technische haalbaarheid tegen elkaar af. In een vroeg stadium liet het team een studie uitvoeren om na te gaan of ze het regenwater van het 1.200 m² grote dak konden opvangen in een ondergrondse keldertank. “Dat leek ons op papier een logische oplossing, maar al snel bleek het technisch veel te complex en financieel niet haalbaar,” vertelt Marijn.

Daarom kozen we voor een groendak, ook wel een living roof genoemd. “Die buffert regenwater, beschermt tegen uv-straling en extreme temperaturen, biedt extra isolatie en verhoogt de biodiversiteit. Het trekt insecten en vogels aan dus het is niet zomaar een esthetische keuze, ze vloeit echt voort uit duurzaam denken.”

Om makkelijk aan het dak te werken werd er een voorlopig dak boven gebouwd met stellingen. ©Tim Debaets

Zoals bij elk werk stoot je op onvoorziene problemen. Eén daarvan zat onder de bewuste asbestplaten op het dak. Daar lag een oude cementlaag die in de jaren 1920 was aangebracht om het dakoppervlak vlak te maken. “Die cementlaag bleek helemaal los te zitten en was aan het verbrokkelen. Niemand had dat vooraf kunnen voorzien,” zegt Marijn. “Voor het nieuwe groendak dat we voorzien hadden, moest die ondergrond zeer stevig en hechtend zijn. Wanneer de beplanting op het dak uitdroogt, kan dit aan het dakoppervlak beginnen trekken. De afbrokkelende oude cementlaag zou dit niet houden.”

Ze moesten dus de volledige laag verwijderen. “We hebben alles afgekapt en met spuitbeton een volledig nieuwe dakvorm aangebracht. Daarop konden we dan het vloeibare waterdichte daksysteem van PMMA (polymethylmethacrylaat) aanbrengen, dat uithardt tot een stevige basis voor het groendak.”

Ook de gevels kregen een grondige opknapbeurt. Alle bakstenen en natuurstenen zijn gereinigd, hersteld en waar nodig opnieuw gevoegd. Ook de decoratieve elementen zoals de leeuw en de sarcofaag werden aangepakt. “We zijn heel voorzichtig te werk gegaan,” vertelt Sarah van de CWGC. Sarah is onderdirecteur van de CWGC in Centraal- en Zuid-Europa en tevens ook projectmanager van de volledige restauratiecampagne. “Enkel wanneer het echt nodig was, hebben we zaken hersteld. Dat zie je ook aan het monument. Het ziet er niet ‘shiny’ nieuw uit, maar dat was ook niet de bedoeling. We hebben respect voor het 100-jarig oude monument.”

De restaurateurs inspecteerden en reinigden de naampanelen van meer dan 54.000 vermiste soldaten één voor één.  “In totaal zijn er zo’n 1.200 panelen. We vervingen er uiteindelijk twee volledig,” vertelt Marijn. “De zwaarste woog 250 kilo en bevond zich op een moeilijk bereikbare plaats, waar we geen kraan konden inzetten. Die hebben we met ankers, takels en stellingen voorzichtig op zijn plaats moeten krijgen. Het vroeg uiterste precisie want hij moest passen binnen een voeg van amper drie millimeter. We hebben gelukkig een goede werkwijze ontwikkeld om dat veilig en precies te kunnen doen.”

De metalen trappen in de torens en de balustrades zijn verwijderd, gerestaureerd en opnieuw geplaatst. Ook de bronzen oculi (ronde openingen in het dak) werden onder handen genomen. Deze onderdelen vertoonden verwering en slijtage. Daarnaast is de volledige verlichting is vervangen door energiezuinige LED-lampen die de architectuur van de poort extra in de verf zetten na zonsondergang.

De Menenpoort schittert bij nacht onder de gloednieuwe verlichting. ©Tim Debaets

Nieuwe loopbruggen zorgen ervoor dat onderhoud en inspectie voortaan veilig kunnen gebeuren. Deze bruggen zijn bovendien essentieel voor de jaarlijkse poppy drop-herdenking die plaatsvindt tijdens de speciale Last Post plechtigheden zoals op 11 november, waarbij duizenden klaproosblaadjes via de oculi naar beneden dwarrelen.

Tot slot kreeg de Menenpoort een nieuwe audio-installatie, zodat bezoekers de dagelijkse Last Post-plechtigheid en andere ceremonies nog beter kunnen beleven.

Het resultaat is een monument dat met respect voor zijn bijna honderdjarige geschiedenis is opgefrist en technisch klaar is. “De afronding van de restauratie is niet een einde, maar wel een begin,” zegt Sarah. “We zijn volop aan het vooruitkijken naar 2027, het jaar waarin het monument 100 jaar bestaat. Verschillende organisaties zullen dan allerlei initiatieven op poten zetten om dat te herdenken.”

De Menenpoort blijft een waardige en belangrijke plek van herdenking van de vele gesneuvelde soldaten van over de hele wereld. “Met deze restauratie geven we de boodschap dat we de gesneuvelden nooit zullen vergeten. En dat we altijd en overal moeten streven naar geweldloze vrede,” besluit Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Ben Weyts in een interview met Focus Wtv.

#Ypres#Meningate#CWGC#Monument#WorldWar1