Ja, er bestaat ook een andere kant van Iran, een kant van het mooie Iran die de meeste Belgen vaak niet zien. Naast de religieuze vooroordelen die mensen vaak hebben over de inwoners en het land heeft Iran nog veel meer te bieden. I love (and hate) you Iran is een theaterstuk van acteur en rapper Armin Mola, geproduceerd door fABULEUS. Tijdens de solovoorstelling gaat Armin op zoek naar zichzelf. In een ontroerende monoloog vertelt hij het verhaal van Dariush, een Iraanse jongen die vluchtte uit zijn thuisland en opgroeide in België. Hij belicht de positieve en negatieve kant van Iran. Voor het stuk baseerde hij zich op zijn eigen waargebeurde verhaal. De theatervoorstelling maakt deel uit van het bredere programma van het NEXT Arts Festival.
Er staat een man op het podium onder een ouderwetse tl-lamp met een opgerold tapijt in zijn handen. Wat verderop staat een zak van de Aldi. Iets na 20u15 gaan de lichten uit in de zaal. Het wordt muisstil. Een divers publiek kijkt aandachtig naar de performance van Armin Mola oftewel ‘Dariush’.
Hij kijkt het publiek onverschrokken in de ogen en rolt zijn tapijt uit. De toon is gezet. Bruisend van energie begon Armin over hoe Khomenei het Iraanse regime overneemt van de Sjah. In 1979 komen er grote protesten tegen de westers gezinde Sjah vanwege zijn autoritaire leidersstijl. Daarna kwam de radicaal Islamitische Khomenei aan de macht. Hij volgde de islamitische wet (sharia) strikt waardoor alle westerse snufjes zoals hiphop en alcohol opnieuw verboden worden. Het is de voedingsbodem voor het ontstaan van de Islamitische Republiek Iran. Vervolgens neemt hij ons in sneltempo mee in zijn reis door Europa, tot in België.
Ook in zijn verhaal staat integratie centraal. De eerste belangrijke conversatie speelt zich af in de Aldi. De Aldi is een rode draad in zijn verhaal. Bij iedere keerpunt in het verhaal staat hij opnieuw aan de kassa in de Aldi. Volgens de Iraanse buurman, die Dariush en zijn gezin ontmoeten in de Aldi, mogen ze hun taal niet spreken in het openbaar omdat het Belgen schoffeert. Maar hoe vrij is dit land als je niet eens je eigen taal mag spreken, vraagt Dariush zich luidop af. Ontroerd en overstuur imiteert hij de conversatie in het Perzisch doordrenkt met Nederlands en Engels. De emoties en de mengelmoes van talen zorgen ervoor dat je het gevoel hebt dat je naast hem in de Aldi staat.
De jonge Dariush zit in een tweestrijd vanwege zijn afkomst. Hij wordt gepest. Bij zijn Vlaamse vrienden is hij geen echte Belg en bij zijn Iraanse vrienden voelt hij zich geen echte Iraniër.
Wanneer hij twaalf jaar wordt, vindt hij zijn therapie in rappen. Hij leert de albums van Eminem vanbuiten. Daarin vindt hij zijn eerste roeping om zijn verhaal te brengen. Dariush gaat voor het eerst in elf jaar op bezoek naar Iran. Hij vertelt over het familiebezoek aan de voor hem totaal onbekende familie, de illegale feestjes en zijn eerste Iraanse liefde. Hij rapt in een jongerentaaltje met een Turnhouts accent doorspekt met Engels, Perzisch en Nederlands over hoe hij samen met zijn neef en Dorsa, zijn eerste liefde, moest vluchten voor de Iraanse politie. Dergelijke ‘Europese’ feestjes zijn namelijk illegaal in het strikt religieuze land. Die feestjes zouden de openbare kuisheid aantasten volgens het regime. Tussen de Iraniërs was Dariush onder de indruk van de Iraanse dansmoves. Hij was jaloers op hun levensstijl. Het lijkt hem simpelweg fijner leven in Iran, want het blijft zijn geboorteland.
Het zwaar beladen thema wordt met moppen op een toegankelijke manier verteld. Maar verder dan wat gegniffel komt het publiek niet. Door de perfecte variatie van rap, autobiografisch vertellen, imiteren en dansen word je volledig meegezogen in het verhaal. De setting is wel redelijk sober en karig. Ook het technische stuk kan misschien iets meer kracht achter het stuk zetten. Aan de andere kant maakt de soberheid het net zo puur.
In de Aldi krijgt hij opnieuw slecht nieuws te horen. Zijn opa is dood. Een jaar later komt zijn neef in coma te liggen. Zijn frustraties en woede komen tot uiting. Maar hij moet zijn Perzisch verstoppen voor de menigte want wat zullen die wel niet denken als ze iemand horen die boos wordt in een vreemde taal? Hij wil terug naar de begrafenis in Iran, maar dat gaat niet. Als de Iraanse politie hem ziet, wordt hij gearresteerd. De vraag waar menig vluchteling mee worstelt, blijft ook in Dariush zijn hoofd hangen: ‘Wie ben ik?’ Ik krijg het gevoel dat ik de jonge Dariush te hulp moet schieten.
Naarmate hij ouder wordt, voel je zijn frustraties tegenover het Iraanse regime toenemen. Zeker wanneer Dorsa gearresteerd wordt na het plaatsen van een filmpje waar ze zonder hoofddoek danst op het liedje ‘Happy’ van Pharrel Williams. Want jaIraniërs zijn happy. Toch? Of niet? Het zet me aan om zelf verder te gaan uitzoeken wat daar allemaal gebeurt. Het filmpje van de dansende Iraniërs uit 2014 vind je direct terug op het internet. Hoe weinig zijn familie ook heeft, ze blijven gastvrij en daar is Dariush trots op. Dariush houdt van de Iraanse cultuur, zeker de Perzische muziek en dans fascineren hem. Ik voel soms zelfs wat jaloezie als hij over het Iraanse leven spreekt, maar tegelijk haat hij het regime. Je merkt hoe hij met passie en glans praat over zijn thuisland. Ik vind het zeer mooi hoe hij zijn liefde en haat combineert. Het is belangrijk om dergelijke onderwerpen op een toegankelijke manier te brengen en dat deed Armin zeer goed. Op die manier kijk je vanuit een niet westerse blik naar een controversieel geopolitiek onderwerp wat soms voor een openbaring kan zorgen. Hij eindigt zijn stuk op dezelfde manier hoe hij is begonnen, met een opgerold tapijt in zijn handen. Armin sluit zijn voorstelling af op een even krachtige manier als hij die begon “I love and hate you Iran.”