“Elke keer weer uren in de auto zitten om ergens te mogen trainen. Soms vraag ik me af of het de moeite nog waard is”, zegt Nathan Gillis. Hij is 15 jaar en droomt van een carrière in de motorcross, maar de realiteit in Vlaanderen maakt het hem moeilijk. Het tekort aan circuits, de lange wachttijden, en de strenge milieuregels zorgt ervoor dat motorcross met uitsterven wordt bedreigd.

Nils Bovijn 21/12/2024

Nathan Gillis, afkomstig uit Oosterzele, neemt elk weekend deel aan motorcrosswedstrijden op amateurniveau. Voor Nathan is motorcross niet zomaar een hobby, maar een echte passie. Toch is het financieel zwaar. “Alles moet ik zelf betalen: de motor, mijn uitrusting, vervoer. Dat is best zwaar voor een jonge rijder,” legt hij uit. Hij traint minstens één keer per week, een opgave die geduld en doorzettingsvermogen vereist. “In Vlaanderen zijn er slechts twee permanente circuits. Ik rijd vaak naar Nederland of Frankrijk, wat twee uur rijden is. Naar Lommel of Genk duurt soms nog langer.”

“Ik heb wel liever een motor met een klassieke verbrandingsmotor. Dat heeft meer adrenaline met het geluid en dat heb je niet met een elektrische motor -Nathan Gillis
“Ik wil nog zo lang mogelijk met de sport blijven doorgaan”, Nathan Gillis. © Nathan Gillis

In januari 2024 moest Lille voorlopig zijn deuren sluiten. Volgend jaar komt er een verstrenging van de geluidsnorm, maar dat zal Nathan niet weerhouden om zijn sport blijven te beoefenen. “Ik wil nog zo lang mogelijk met de sport blijven doorgaan. Als ze de regels strenger worden, dan ga ik mij daarop aanpassen. Ik ben nog jong. Als ze beslissen om elektrische motoren te verplichten, dan moet dat maar. Ik heb wel liever een motor met een klassieke verbrandingsmotor. Dat heeft meer adrenaline met het geluid en dat heb je niet met een elektrische motor”, benadrukt Gilles.

Lommel onder druk ?

Het Stedelijk Motorcrosscentrum Lommel, het bekendste motorcrosscircuit van Vlaanderen, trekt jaarlijks duizenden rijders aan, maar kan die toestroom nauwelijks aan. Door een strikte limiet van 20 rijders per sessie en 100 per dag ontstaan er lange wachtrijen, terwijl de steeds strengere geluidsnormen de druk verder verhogen. “We doen ons best, maar soms moeten we wel 100 rijders per dag weigeren,” aldus Bart Claes, de beheerder van het circuit.

Een terugblik

In de jaren ’70 en ’80 kende motorcross in België een echte bloeiperiode. Volgens Leon Van Gestel, voormalig motorcrosscommentator, waren er toen ongeveer 85 permanente crossterreinen. Daarnaast waren er ook honderden tijdelijke circuits in Vlaanderen. “Die circuits werden vaak voor eenmalige wedstrijden gebruikt. Je ging naar de burgemeester, vroeg toestemming, en gaf een boer 200 frank (€5) om zijn land te mogen gebruiken. Dat was voldoende”, vertelt Van Gestel. Toen waren er weinig regels. In 1995 werd de VLAREM II-wetgeving ingevoerd, met milieuregels waar organisaties zich aan moeten houden. Een van die regels gaat over geluidsnormen. Vanaf januari 2025 wordt de geluidslimiet voor motoren tijdens een GP strenger: de grens gaat van 114 dB naar 111 dB. Ter vergelijking: dit is ongeveer hetzelfde geluidsniveau als bij grote muziekfestivals, waar het geluid meestal tussen 100 en 120 dB ligt.

Volgens Natuurpunt heeft geluid een grote impact op de natuur. Dieren raken gestrest, kunnen hun natuurlijke geluiden zoals die van roofdieren niet meer horen, of verlaten zelfs hun leefgebied. Daarom pleit de organisatie ervoor om motorcrosscircuits niet dicht bij natuurgebieden of woonwijken te plaatsen. Nathalie Sterkx, woordvoerder van Natuurpunt zegt: “Havengebieden zijn een ideale locatie,” Daar zijn minder omwonenden en heeft de natuur er minder last van. Maar de uiteindelijke beslissing ligt bij de beleidsmakers, niet bij ons.”

Ze benadrukt dat Natuurpunt niet tegen motorsport is. “Iedereen moet de kans krijgen om zijn of haar hobby te doen,” voegt Sterkx toe. Maar volgens hen moet dat wel op een duurzame manier. Een belangrijke stap hierin kan de overstap naar elektrische motoren zijn. “Die maken veel minder lawaai dan klassieke motoren, vaak wel tien decibel of meer minder. Dat verschil lijkt klein, maar voor de natuur en omwonenden is het enorm”, verduidelijkt Sterckx. Elektrische motoren hebben ook andere voordelen. Ze stoten geen uitlaatgassen uit, wat beter is voor het milieu. Sterkx vindt daarom dat de motorsport kan leren van andere sectoren. “In het dagelijks leven rijden we steeds meer elektrisch. We zien elektrische auto’s, bussen en fietsen. Waarom zou dat niet in de motorsport kunnen?”

Red de Rust

Bewonersgroepen zoals “Red de Rust,” “Leefbaar in Lille” en “Leefbaar Balendijk” zetten zich al jaren in tegen de overlast die motorcrosscircuits veroorzaken. Ze wonen vlakbij de circuits en zeggen dat hun levenskwaliteit zwaar wordt aangetast door het voortdurende lawaai. “Het voelt alsof we in een racebaan wonen. Zelfs als we binnen zitten met de ramen dicht, horen we de motoren nog. Buiten in de tuin zitten is vaak onmogelijk”, zeggen de bewonersgroepen.

“In sommige dorpen hoor je op zondagmiddag overal het lawaai van crossmotoren. Dat is niet normaal. We willen gewoon rust, zoals iedereen – Bewonersgroepen

Volgens de bewoners zijn de regels rond motorcrosscircuits niet streng genoeg. “Vergunningen worden uitgedeeld zonder rekening te houden met de echte impact op omwonenden,” klaagt de woordvoerder van Red de Rust. De regel is dat een circuit minstens 500 meter van woonhuizen moet liggen, maar volgens onderzoeken is dat vaak niet genoeg. Het geluid is zelfs op twee kilometer afstand nog hoorbaar. “In sommige dorpen hoor je op zondagmiddag overal het lawaai van crossmotoren. Dat is niet normaal. We willen gewoon rust, zoals iedereen.”, zeggen de bewonersgroepen

De voortdurende overlast heeft geleid tot verschillende juridische procedures. Zo hebben omwonenden van circuits zoals HondaPark en MC Lille meerdere keren de vergunningen aangevochten. In sommige gevallen heeft de Raad van State deze vergunningen ingetrokken. Toch blijven de circuits vaak doorgaan met hun activiteiten, waardoor de frustratie bij omwonenden groeit. “Het lijkt alsof niemand echt controleert of de regels worden gevolgd,” zeggen de bewoners van de buurt rond MC Lille. Om dit op te lossen, pleiten de bewonersgroepen voor strengere controles. Een van hun voorstellen is om permanente geluidsmeters te plaatsen bij alle circuits. Deze zouden real-time moeten laten zien of de geluidsnormen worden overschreden, en de gegevens moeten toegankelijk zijn voor het publiek. “Zo kan niemand zich meer verschuilen achter vage regels,” zeggen de bewoners.

“Als er een professionele rijder komt met een te luide motor, sturen we die onmiddellijk weg – Johan Boonen, bestuurslid Stedelijk Motorcrosscentrum Lommel

Volgens Red de Rust is er bij de uitbaters van motorcrosscircuits verzet om de geluidsoverlast echt aan te pakken. Ze stellen dat Brussel het probleem wel oplost door een vergunning af te geven, maar volgens de bewonersorganisaties wordt er niet genoeg gedaan om de overlast daadwerkelijk te verminderen. Bij het Stedelijk Motorcrosscentrum Lommel geven ze aan dat ze wel degelijk willen werken aan het beperken van geluidsoverlast. Johan Boonen, een bestuurslid van het centrum, zegt: “Als er een professionele rijder komt met een te luide motor, sturen we die onmiddellijk weg. We houden ons strikt aan de limieten die in onze vergunning staan.” Het centrum beweert dus dat ze hun best doen om binnen de afgesproken geluidsnormen te blijven.

De bewonersorganisaties vinden dat er meer moet gebeuren om de motorcrossactiviteiten in Vlaanderen op een duurzame manier te behouden. Ze stellen voor om over te schakelen op elektrische motoren, omdat deze minder geluidsoverlast veroorzaken en minder schadelijk zijn voor het milieu dan de huidige verbrandingsmotoren. Ze zeggen dat het gebruik van elektrische motoren een oplossing zou kunnen zijn voor zowel de geluidsoverlast als de negatieve impact op het milieu. Ze geven aan dat de overstap naar elektrische motoren echter wordt tegengewerkt door de grote fabrikanten van verbrandingsmotoren. Deze bedrijven hebben volgens hen veel invloed en proberen de overgang naar elektrische motorcross zo veel mogelijk uit te stellen, omdat het hun belangen zou schaden.

Toekomst
Eind april maakte de voormalige Vlaams minister van Sport bekend dat de Vlaamse overheid extra geld beschikbaar stelt om de toekomst van de motorsport in Vlaanderen te ondersteunen. Vlaanderen investeert maar liefst €175.000 om de overstap naar elektrisch motorcrossen te bevorderen, waar dat mogelijk is. Het doel is om motorcrosscircuits in Vlaanderen op de lange termijn populair te maken voor elektrisch motorcrossen. Dit zou helpen om de geluidsoverlast te verminderen en de milieu-impact van de sport te verkleinen. De Vlaamse regering hoopt zo de motorsport duurzamer te maken en tegelijkertijd de populariteit ervan te behouden.
Bart Claes, Vlaams Parlementslid voor Vlaams Belang, is echter niet enthousiast over deze beslissing en uitte zijn kritiek. Hij stelt dat de partijen in de Vlaamse regering proberen zich voor te doen als de redders van de motorcross in Vlaanderen, maar dat ze daar weinig succes mee zullen hebben. “In de jaren ’90 hadden we in Vlaanderen nog ongeveer honderd motorcrossterreinen waar mensen konden oefenen en trainen. Vandaag de dag hebben we er nog maar een handvol,” zegt Claes. Hij vindt dat het aantal terreinen veel te weinig is geworden, wat de toekomst van de motorsport in Vlaanderen in gevaar brengt.

Claes is ook kritisch over de focus van de Vlaamse regering op elektrisch motorcrossen. “De regering richt zich nu vooral op de zogenaamde E-motorcross,” zegt hij. Volgens hem belooft de regering veel, zoals de ontwikkeling van meerdere E-motorcrossterreinen, maar hij vraagt zich af hoe ze dit gaan realiseren. “Ze beloven dat er meer terreinen voor elektrisch motorcrossen moeten komen, maar ik zie niet in hoe ze dat kunnen doen met het beperkte aantal terreinen dat we nu nog hebben,” aldus Claes. Hij twijfelt of de plannen van de regering wel voldoende zijn om de motorcross in Vlaanderen een toekomst te geven.