Studenten ©Pixabay

Vorige week begon voor studenten van over het hele land het nieuwe academiejaar. Voor veel van die studenten is dat ook de start van het kotleven. Op kot gaan is een grote stap, en het kan zeker in de eerste weken nog wat onwennig aanvoelen. Ook voor Emma Senesael uit Roksem was het studentenleven even schrikken: ‘Ik kon er tijdens de zomervakantie niet over praten.’ 

Gaan studeren betekent voor velen: nieuwe vrienden maken, feesten en plezier. Voor een ander deel studenten betekent dit heel wat anders: verantwoordelijkheid, eenzaamheid en angst voor het onbekende. Voor Emma geldt dit ook. 

De angst om op kot te gaan heeft Emma vooral in de zomer gestoord. Als vrienden haar aanspraken over het leven op kot, klapte ze volledig dicht. ‘Ik kon er nauwelijks over praten, omdat ik zo bang was voor die grote stap. Het idee dat ik alles en iedereen die ik ken en liefheb zou achterlaten, was een zware gedachte. Mijn ouderlijk huis is mijn vertrouwde plek en deze plek achterlaten is het zwaarste, daardoor treed ik letterlijk uit mijn comfortzone. Gelukkig deel ik een kot met mijn zus, dat voelt al wat vertrouwder aan.’ 

Ook vrienden maken is voor veel studenten een grote uitdaging. Emma vertelt dat het proces van vrienden maken heel anders verloopt in het hoger dan in het middelbaar. ‘Hier moet je echt zelf de stap durven zetten om iemand aan te spreken. Je zit in een aula met tweehonderd mensen, niet in een hechte groep van twintig.’ Om dat proces wat te vergemakkelijken organiseren veel hogescholen en universiteiten een “introductiedag”. Die was ook voor Emma heel belangrijk. ‘Bijna iedereen gaat alleen naar die introductiedagen. Iedereen is nieuw en ervaart dezelfde problemen. Omdat je in dezelfde situatie zit, is het makkelijker om contact te zoeken met elkaar. Daardoor heb ik in een relatief korte tijd heel wat nieuwe contacten kunnen leggen. Ik had dit niet verwacht, een hele opluchting.’ 

De voorbije jaren horen we heel veel over eenzaamheid bij ouderen, maar bij jongeren kan eenzaam zijn ook problematisch zijn. Hier had Emma schrik voor en daarom besloten zij en haar zus samen een “kotkat” te adopteren. ‘Mijn zus en ik hebben enkele weken voor de start van het academiejaar een katje geadopteerd uit een asiel in Ieper. Omdat onze lessen niet altijd samenvallen, zochten we oplossingen om het alleen zijn wat tegen te gaan. Het adopteren van ons katje Cato was de beste keuze die we konden maken. Ze doet het inmiddels ook heel goed op kot. We willen haar het goede leven geven dat ze verdient.’

Emma vindt dat een huisdier op kot hebben vooral voordelen heeft, maar waarschuwt andere studenten toch voordat ze hetzelfde zouden doen. ‘Ga zeker met je kotbaas de regels rond huisdieren na, indien ze überhaupt toegelaten zijn. Denk op voorhand ook goed na of je genoeg voorkennis hebt om voor een dier te zorgen. Kies ook zeker voor een dier dat zich comfortabel voelt binnen een kleine ruimte.’  

‘Cato gaat na het studeren gewoon mee naar ons huis in West-Vlaanderen. We weten nog niet of ze met mij meegaat of met mijn zus. Daar zullen we nog eens over moeten vechten (lacht).’ 

Door Jaro Thys