Archieffoto van het Guldensporenstadion (c) Jonas De Bosschere

RWDM haalde de kwalificatie voor de kwartfinale binnen op het veld van KV Kortrijk. Makkelijk ging dat allerminst. De wedstrijd was niet van hoogstaande kwaliteit, maar de thuisploeg domineerde wel constant. Toch haalden de Brusselaars hun gram via een zeldzame counter die goed werd afgewerkt door Reine-Adélaïde. Een zure nederlaag voor de Kerels die alweer een tegenslag moeten verwerken.

Beide ploegen kwamen met een veredeld B-elftal aan de aftrap. Bij de thuisploeg was de opvallendste bankzitter Kadri. De uitploeg koos voor Hubert in doel boven vaste waarde Defourny. Een halfgevuld Guldensporenstadion maakte zich op voor een bekeravond met de kwartfinale als inzet.

Bedrijvige openingsfase

Het was KV Kortrijk die het initiatief nam in de openingsfase. Na twee minuten kon Mighten al uithalen vanuit de tweede lijn. Zijn schot was niet gekadreerd. Een grote waarschuwing wel voor de Brusselaars. Twee minuten later schilderde Henen de bal voor doel, maar spits El-Idrissy kreeg zijn hoofd niet voldoende tegen de bal om af te werken. RWDM kreeg geen voet aan de grond in de eerste tien minuten. Daarna viel de aanvalsgolf van de Kerels stil. We zagen veel balverlies van beide ploegen wat voor een interessante pot voetbal zorgde.

Nadien leek het alsof RWDM de match overnam. Vandenberghe werd een paar keer getest, maar de doelman maakte geen foutjes en hield de relatief makkelijke ballen uit zijn doel. Na minutenlang middenveldvoetbal zorgde El-Idrissy opeens weer voor opschudding. Na een verre trap van zijn doelman had hij een kunststukje in gedachten. Van ver buiten de zestien krulde hij de bal naar de rechterkruising. Hubert pakte uit met een fotogenieke save om de bal uit zijn doel te zweven. Niet veel later blies de ref de eerste periode af.

In de tweede helft bleef het spelbeeld onveranderd. Kortrijk zorgde in de openingsfase voor meer dreiging via een schot van Henen, maar niets om Hubert in verlegenheid te brengen. Nadien zakte het doelgevaar samen met de kwaliteit van de wedstrijd. Le Joncour kwam na een hoekschop dichtbij de verlossing, maar de centrale verdediger deed zijn titel eer aan en trapte hoog over. Na een uur merkte de spionkop van de thuisploeg het kwaliteitsgebrek ook op. Ze deden er alles aan om de schwung terug in de partij te brengen. De intussen ingevallen Kadri nam dat goed op en probeerde zijn ploeg op sleeptouw te nemen met enkele mooie dribbels. Helaas voor de Algerijn kenden die vaak geen gevolg. Met nog een kwartier op de klok leek het dan toch te lukken. Kadri rukt op en stuurde zijn mede-invaller Ojo de diepte in. Die laatste kan alleen op doel stormen, maar zijn schot scheerde de paal aan de verkeerde kant. Opeens was iedereen weer wakker.

Deksel op de neus

In minuut 84 kreeg de meest bedrijvige ploeg dan toch het deksel op de neus. Dailly zette goed door op een counter en speelde Reine-Adélaïde aan die als enige meeliep. Hij twijfelde niet en trapte de bal staalhard voorbij Vandenberghe in doel. Onverdiend, maar de Brusselaars stonden wel op rozen om nog een kleine tien minuten te verdedigen. In de laatste reguliere minuut leek het dan toch te lukken voor de West-Vlamingen. De Neve zwiepte de bal goed voor. Davies zijn kopbal ging maar enkele centimeters naast doel. Een echt slotoffensief voetbalt de thuisploeg niet bij elkaar. De Brusselaars mogen dus op hun gemak afwachten wie ze treffen in de kwartfinale.