(c)Pixabay

Remi Delrue (18) uit Wevelgem werd geboren zonder rechteronderbeen, maar jaagt toch zijn Paralympische droom na. Dat is niet altijd even gemakkelijk, maar Remi blijft hoopvol. “Het doel blijft toch om in de top acht van de finale te zwemmen. Dat is het ultieme doel.”

Je bent geboren zonder rechteronderbeen, toch die passie voor het zwemmen. Hoe komt dat?

“Eigenlijk zocht ik een sport waarin ik me kon uitleven en mijn energie kwijt kon. Dat heb ik gevonden in het zwemmen en toen ben ik meer beginnen zwemmen. Nu zit ik op een bepaald niveau, en topsport is wel leuk. De passie voor het zwemmen is echt wel gegroeid doorheen de jaren.”

Waarom juist zwemmen?

“Omdat ik echt een sport zocht waarin ik mijn energie kwijt kon. Vroeger speelde ik tafeltennis, maar het voelde niet alsof ik daar mijn energie in kwijt kon. Ik ben ook als kind altijd al een waterrat geweest, en dan heb ik redelijk snel beslist om te beginnen zwemmen.”

Hoe is het om met een beperking te leven?

“Voor mij is het redelijk normaal omdat ik ermee geboren ben. Ik ben het gewend. Dat is ook zo voor iedereen rond mij. Iedereen kent mij zoals ik ben, dus voor mij is dat geen grote aanpassing of verandering.”

Je krijgt dus veel steun uit je omgeving?

“Ja, enorm veel. Dat is toch wel een van de goede troeven die ik heb: een goede omgeving.”

Je hebt ook al een mooie zwemcarrière achter de rug. Jouw volgende droom is de Paralympische Spelen in Los Angeles. Hoe leef je toe naar dat moment?

“Het ligt nog redelijk ver. Nog vier jaar. Het is een droom die steeds meer een doel wordt. Het is echt wel haalbaar. Maar nu ben ik vooral bezig met het stellen van tussendoelen zoals een EK en een WK, waar ik echt naartoe leef. Volgend jaar in oktober is er een WK, en daar ga ik proberen om goed te presteren om zo door te groeien naar de Paralympische Spelen. Ik werk met tussendoelen en blijf hard trainen.”

Hoe schat je jouw kansen in?

“Dat is nog moeilijk, want het niveau van het Paralympisch zwemmen stijgt nog steeds. Ik weet dus niet hoe die evolutie zal zijn, maar ik denk dat ik al heel blij zal zijn als ik al kan deelnemen. Het doel blijft toch om in de top acht van de finale te zwemmen. Dat is het ultieme doel. Als ik dat kan behalen, dan zou alles geslaagd zijn. Dat is de grote droom”

Je hebt ook hevige trainingen van 20 uur per week. Hoe ziet zo’n training eruit?

“Ik ga naar het zwembad en zorg dat ik een 20 à 30tal minuten op voorhand aanwezig ben om op te warmen. Pompen bijvoorbeeld of met een rekker beginnen werken. De training zelf duurt ongeveer twee uur. Ik zwem dan ongeveer vijf kilometer en daarna neem ik een kwartier de tijd om te stretchen. Soms heb ik twee trainingen per dag. Het zijn gevulde dagen, maar daar houd ik wel van.”

Je hebt dus soms meerdere trainingen op een dag?

“Ja, soms heb ik er twee. Dit jaar zal ik er af en toe drie hebben. Daar komt dan een extra krachttraining bij. Dat is allemaal wel leuk.”

Ik kan me inbeelden dat dat zwaar is. Hoe ontspan je na zo’n training?

“Dan hou ik mij vooral bezig met vrienden, en denk ik even niet aan het zwemmen. Ook niet aan school, want dat speelt ook wel mee. Ik hou me soms ook met een andere sport bezig als ontspanning. Ik ga dan een keertje wandelen of fietsen. Zo ben ik toch bezig met iets.

Met vrienden weggaan kan ik natuurlijk wel niet zoveel doen. Ik drink ook geen alcohol, maar mijn vrienden appreciëren en respecteren dat wel. Het is leuk om die steun te hebben en dat helpt om ontspanning te vinden.”

Geen alcohol drinken, is dat een bewuste keuze of heeft dat te maken met de sport?

“Vroeger dacht ik ‘Ik ga wachten met alcohol drinken’, maar nu met de sport erbij is het wel zo dat ik meer mijn momenten moet kiezen. Ik mag zeker wel een glaasje drinken, maar ik ben meer van het principe om in het seizoen niet te drinken. Één glaasje kan geen kwaad, maar uit principe doe ik het niet.”

Je zit al redelijk ver in jouw carrière. Welke opofferingen heb je al moeten maken om tot dit punt te komen?

“Ik ga niet veel weg met vrienden, maar ik zie vaak vrienden die naar feestjes en festivals gaan. Ikzelf ben ook een sociaal persoon dus dat is een belangrijk aspect voor mij. Soms moet ik zulke toffe zaken laten liggen, omdat ik aan het trainen ben, een wedstrijd heb of in het buitenland zit. Dat is voor mij de grootste opoffering. Dat is niet altijd leuk, maar ik compenseer het met mijn zwemprestaties.”

Hoe ga je daar dan mee om?

“Je moet zelf een beetje zoeken hoe je daarmee omgaat. Het is een leerproces voor mezelf. In het begin had ik het daar moeilijk mee, maar nu kan ik dat meer aan de kant schuiven. Ook omdat ik weet dat mijn vrienden het respecteren dat ik aan sport doe. Zorgen dat ik een omgeving heb die me steunt heeft daar ook bij geholpen.”

Naast de Paralympische Spelen, heb je nog andere ambities?

“Ja, dan kijk ik vooral naar het nationaal niveau. Op Belgische kampioenschappen Belgische titels behalen, Belgische records behalen, mijn eigen tijden nog verbeteren. Als ik mezelf kan blijven verbeteren denk ik wel dat ik tevreden mag zijn.”

Heb je nog advies voor mensen die in een soortgelijke situatie zitten?

“Blijf het doen, omdat je het graag doet. Als je iets tegen je zin doet, draait het meestal niet zo goed uit. Ik heb soms ook momenten wanneer ik het even niet meer leuk vind, maar dat mag niet constant zo blijven. Je moet het over het algemeen graag blijven doen. Anders ga je jezelf verliezen of kwijtspelen en dat is zeker niet de bedoeling. Je moet blijven doen waarvan je houdt.”