Met een vierde plaats op de 1.500 meter en een ticket voor de Olympische Spelen sloot Ruben Verheyden zijn Europees kampioenschap in Rome af. Ook in 2021 piekte de Lebbekenaar op een EK,
wanneer hij de titel wegkaapte bij de beloften.
“Het EK in Rome was voor mezelf een bevestiging dat ik het echt kan en die titel bij beloften geen toeval was”, zegt Verheyden.

“Als kind ben ik nooit zo ambitieus geweest zoals ik nu ben. Ik legde de lat wel steeds hoger, maar ik dacht nooit dat ik de Olympische Spelen zou halen. Op het EK bij de junioren begon dit dan toch wel een beetje te kriebelen. Als ik hier kon staan bij de junioren, zou ik er op een dag misschien ook kunnen staan bij de senioren”, zegt Verheyden.

Afgelopen maand maakte het publiek kennis met de atleet van de Koninklijke Atletiekclub Eendracht Aalst, die In Rome zijn persoonlijke besttijd neerzette op de 1.500 meter. Dat was meteen goed voor een ticket voor de Olympische Spelen in Parijs. Hoewel Verheyden zich nu pas in de kijker loopt bij het grote publiek, is hij in de atletiekwereld al langer een bekende naam. Dat had hij te danken aan zijn Europese beloftentitel op diezelfde afstand. “Dit was het kantelpunt in mijn carrière. Ik besefte op dat moment dat ik ook internationaal mijn mannetje kon staan.”

Verheyden startte op 7-jarige leeftijd met atletiek in Lebbeke. Toen hij de overstap maakte naar de cadetten, ging hij op zoek naar een coach en kwam zo terecht bij Kim Barbé. Barbé en Verheyden vormen sindsdien een team bij Koninklijke Atletiekclub Eendracht Aalst. “Kim en ik voelen elkaar goed aan en onze samenwerking verloopt erg vlot. Hij coacht me nu al twaalf jaar en dat is vrij uniek.”

De Lebbekenaar is niet alleen topsporter, maar ook student Burgerlijk Ingenieur. De focus ligt bij Verheyden vooral op de sport. Het studeren ziet hij als een soort ontspanning tussen de trainingen door. “Ik zie mezelf als topsporter die in zijn vrije tijd naar de lessen gaat en examens probeert af te werken. De combinatie is zeker en vast een puzzel, vooral in een drukke periode als nu met het EK en de examenperiode, maar het lukt me wel.”

In maart liep Verheyden nog een peesblessure op die de voorbereiding op de olympische selectie verstoorde. Vijf weken lang mocht Verheyden geen harde intervaltrainingen lopen. “Al snel werd het duidelijk dat het moeilijk werd om de olympische limiet nog te kunnen halen. Door de blessure heb ik ook iets later gepiekt. Gelukkig was de wedstrijd in Rome een snelle wedstrijd en kon ik me daar nog kwalificeren voor de Spelen.”

Nu Verheyden zijn ticket voor de Olympische Spelen in handen heeft, is zijn voorbereiding voor Parijs gestart. Samen met zijn coach is Verheyden nu op hoogtestage om zo goed mogelijk te pieken op de Olympische Spelen. “Ik wil graag de finale van de 1.500m lopen. Het zal niet makkelijk worden aangezien er maar 12 plaatsen zijn, maar ik ga er echt voor strijden.”