In Vlaanderen, waar tradities diep verankerd zijn in het dagelijks leven, is de duivensport al eeuwenlang een geliefde bezigheid. Generaties lang hebben duivenmelkers hun uiterste best gedaan om de snelste en sterkste duiven te kweken en te trainen. In een snel veranderende samenleving is dit niet altijd even gemakkelijk. Technologie en moderne vrijetijdsbestedingen worden vandaag de dag steeds belangrijker. Daarom rijst de vraag of deze traditionele sport nog kan overleven in het huidige tijdperk. Bovendien is de gemiddelde leeftijd van de duivenmelker hoog, en het aantal jongeren die geïnteresseerd is in deze sport lijkt te dalen. Nochtans zijn er signalen dat een nieuwe generatie deze sport aan het herontdekken is, vaak met hulp van oudere familieleden. Wat betekent dit voor de toekomst van de duivensport in Vlaanderen?
Ami De Schuymer – 21 december 2024
De duivensport is een typische Belgische sport die voor het eerst beoefend werd in de eerste helft van de 19de eeuw. Vlaanderen is vandaag nog steeds de bakermat van de sport. In Oost-Vlaanderen vinden we de meeste duivenmelkers in heel België terug.
Een van hen is Petrus ‘Pier’ Devriendt (87), een rasechte duivenmelker uit Oostakker sinds 1958: “Mijn passie voor de duivensport ontstond door mijn vader, die ook met de duiven speelde. Ik hielp mijn vader vaak in het hok en kreeg al snel een band met de diertjes. Nu, 66 jaar later, speel ik nog altijd met de duiven en ik ben het nog steeds niet beu – mijn vrouw wel, maar dat is een ander verhaal (lacht).”
De tijden zijn wel veranderd, vertelt Petrus: “Toen ik vroeger meedeed aan wedstrijden en de duiven kwamen aan, was dat heel gemakkelijk voor mij: ik pakte de duiven, nam de ring van hun poot en stak de capsule die in de ring zat in een constateur (duivenklok die de tijden registreert waarop de duiven zijn vertrokken en aangekomen). Toen ze begonnen zijn met het automatisch constateren, dacht ik even om er de brui aan te geven. Ik ben geboren tijdens de oorlog, dus technologie en ik – dat is absoluut geen goede combinatie. Maar, mijn passie voor de duivensport was sterker, en uiteindelijk ben ik met hulp van mijn zoon toch overgeschakeld naar het automatisch constateren. Natuurlijk is het veel efficiënter op deze manier, maar daardoor verliest de duivensport een deel van haar charme”, vertelt Devriendt.
Tibe Pede, een jongeman van twintig, toont dat de nieuwe generatie duivenmelkers veel gemeenschappelijk heeft met de oudere generaties: “Mijn opa bracht me als tiener in aanraking met de duivensport. Ik hielp hem vaak met de duiven te voederen, het hok schoon te maken en de duiven te trainen. Eerst vond ik het vooral leuk om de duiven te lossen en ze daarna te zien terugvliegen. Maar naarmate ik ouder werd, begon ik steeds meer te beseffen hoeveel toewijding en liefde er in deze passie schuilging. Toen ik een aantal jaar geleden mijn eerste koppeltje duiven en duivenhok kreeg, overviel me een gevoel van trots en verantwoordelijkheid. Voor mij is deze hobby niet alleen een sport maar ook een soort levensstijl.”
“Ik zie sommige van mijn duiven echt als vrienden”, zegt Tibe Pede.
Voor zowel jonge als oude duivenmelkers speelt de band met de duiven een centrale rol, vertelt Tibe: “Veel mensen snappen dat misschien niet, maar je krijgt een hechte band met je duiven. Het zijn niet zomaar vogels: het zijn slimme en loyale dieren die elk hun eigen karakter hebben. Het klinkt misschien raar, maar ik zie sommige van mijn duiven echt als vrienden. Vooral met mijn oude vliegduiven heb ik een speciale band. Dat komt omdat we samen al veel wedstrijden hebben gedaan en gewoon al veel hebben meegemaakt. Ze zijn een belangrijk deel van ‘mijn team’ en van mijn leven.”
Uitdagingen in de moderne duivensport
De duivensport staat vandaag voor grote uitdagingen. Hoewel ruimtegebrek en financiële kosten al struikelblokken kunnen zijn, liggen de grootste problemen bij de afname van het ledenaantal en de vergrijzing. Dat geeft KBDB-voorzitter Pascal Bodengien ook aan: “De duivensport wordt tegenwoordig niet meer gezien als ‘sexy sport’ en dat is jammer. Het is niet meer zoals vroeger toen er meer dan 200.000 duivenliefhebbers waren in België. Nu zijn we maar met 15.000. Een van de redenen is natuurlijk de vergrijzing in onze sport. Bovendien heeft de jeugd vandaag veel meer alternatieven zoals sociale media en videogames.”
Petrus Devriendt: “Een duivenmelker is zoals een boer, je moet thuisblijven voor je dieren. Dat maakt het lastig om op reis te gaan. En dat is een probleem voor de jonge mensen.”
Daarnaast vraagt de sport veel tijd en toewijding, wat jongere generaties kan afschrikken: “Een duivenmelker is zoals een boer, je moet thuisblijven voor je dieren. Dat maakt het lastig om op reis te gaan. En dat is een probleem voor de jonge mensen”, mijmert Petrus Devriendt.
Toch ziet Bodengien – ondanks een blijvende afname van het aantal duivenliefhebbers – een lichtpuntje: “Ik moet wel zeggen dat er de afgelopen vijf jaar wel terug heel wat jeugd is bijgekomen dankzij initiatieven van duivenmelkers. Dit wil zeggen dat we wel goed bezig zijn, maar het mag altijd nog meer zijn natuurlijk. Wij verwelkomen iedereen met open armen.”
Een andere uitdaging is het waarborgen van het welzijn van de duiven. “Dierenrechtenorganisaties hebben de KBDB enkele punten aangereikt die nog verbeterd moeten worden in hun regelgeving rond het houden van duiven. Ook op dat vlak is verdere investering noodzakelijk”, vertelt Bodengien.
Tot slot vormt diefstal een groeiend probleem. Prijsduiven, die vaak enorme bedragen waard zijn, trekken criminelen aan. Een recent voorbeeld is de diefstal van vijf topduiven bij melker Tom Van Gaver uit Moortsele.
Nieuwe generaties, nieuwe kansen: de jeugd als toekomst van de duivensport
Het aantrekken van jongeren is cruciaal voor het voortbestaan van de duivensport. Duivenjeugdclubs spelen hierin een sleutelrol door jonge liefhebbers te ondersteunen en te enthousiasmeren. Deze clubs, verbonden aan lokale duivenverenigingen, organiseren jeugdkampioenschappen en bieden vaak gratis eieren of jonge duiven van prijsvliegers aan. Verder begeleiden ze jongeren financieel en praktisch bij de opkweek en training van hun duiven. Het doel dat de KBDB voor ogen heeft met deze jeugdclubs, is interesse opwekken bij jongeren in de duivensport. Daarom ondersteunt de KBDB deze initiatieven met een jaarlijkse sponsoring van 1.500 euro per jeugdclub.
Tibe, zelf lid van de duivenjeugdclub Oost-Vlaanderen, benadrukt hoe belangrijk deze clubs zijn: “Het is geweldig dat de jeugdclubs zich inzetten om meer jongeren aan te trekken tot de duivensport. Er worden regelmatig wedstrijden georganiseerd enkel voor de jongeren en ook zijn er lezingen van ervaren duivenmelkers. Daarnaast is het gewoon gezellig. Telkens als ik daar kom, zie ik ook andere jongeren die zich bezighouden met de sport. Het gevoel dat je niet de enige jonge persoon bent die deze sport serieus neemt, geeft een boost.”
De secretaris van de duivenjeugdclub van Vlaams Brabant, Rudi Joossens, onderstreept het belang van de jeugd in de duivensport: “Al onze leden van de duivenjeugdclub zijn ambassadeurs van onze sport en zorgen ervoor dat onze sport niet verdwijnt. Want, als zij vol passie over hun hobby praten, trekt dat andere jonge gasten aan. Niks is sterker dan iemand die met passie vertelt over zijn hobby. Ik blijf erbij dat je alleen zo de sport levend kan houden.”
Tibe Pede: “De sport zal misschien kleiner worden, maar zolang er toegewijde liefhebbers zijn, zullen er altijd duiven naar huis vliegen.”
Daarnaast ziet Paul Heyerick, voorzitter van duivenclub ‘Eerlijk Duurt Langst’ in Zeveren, ook een rol weggelegd voor het onderwijs: “Er zou meer moeite moeten gedaan worden door het onderwijs om de duivensport populairder te maken. Kinderen kennen het heel vaak gewoon niet en dat is een probleem. Bovendien biedt de duivensport enorm veel facetten aan die aansluiten bij schoolvakken. Er is de wiskunde die je nodig hebt om de snelheden van de duif uit te rekenen, informatica heeft zijn intrede gedaan in de sport, er is de biologie van de duif, aardrijkskunde komt erbij om de ligging van de losplaatsen te lokaliseren, en ga zo maar door. Ik zou de minister van onderwijs graag eens uitnodigen naar een duivenlokaal en haar laten proeven van de sfeer hier zodat zij het onderwijs zou kunnen aanpassen (lacht)”.
Hoop in de lucht: de toekomst van de duivensport
De toekomst van de duivensport mag dan onzeker lijken, er blijft hoop. Tibe Pede is optimistisch: “Hoewel de uitdagingen groot zijn, is de duivensport zeker niet kansloos. Elke duivenmelker zet zich op dit moment in om de passie te delen en nieuwe liefhebbers aan te trekken. Daar lijken we, gestaag weliswaar, in te slagen. De sport zal misschien kleiner worden, maar zolang er toegewijde liefhebbers zijn, zullen er altijd duiven naar huis vliegen.”
Ook KBDB-voorzitter Bodengien gelooft in de veerkracht van de sport: “Toen ik twintig was, voorspelde men dat de duivensport binnen tien jaar niet meer zou bestaan. Ondertussen zijn we veel meer dan tien jaar verder en het bestaat nog steeds. Hoewel het ledenaantal daalt, komt er ongetwijfeld een moment dat het stopt. Ik heb daar geen schrik voor. Toen ik in 2020 voorzitter werd van de KBDB was de gemiddelde leeftijd van de duivenmelker nog 77, nu is het al 71. Dat betekent dat er jongere generaties bij komen. Als we blijven investeren in onze jeugd en positief blijven, heeft de duivensport zeker een toekomst.”